zaterdag 22 juli 2017

Cash Driven Economy

De afgelopen jaren schijnt het met Griekenland niet goed gegaan te zijn. En dat kun je zien. Zowel de oorzaken als de gevolgen van financieel geknoei zie je overal.
Je hebt hier vaak geen fluit aan je creditcard. Bijna overal wil men cash. Campings, wegrestaurantjes, supermarkten - cash only. De tolhokjes op de snelweg (!): cash only. De situatie waarbij je van een camping gestuurd wordt naar de (enige, vrijwel onvindbare) pinautomaat in het dorp om contant geld op te halen is heel gewoon. Het wordt evenwel bespottelijk als je dan met je euro-briefjes terug komt om 86 euro af te rekenen en ze doodleuk geen wisselgeld blijken te hebben.

Je kunt je gevoeglijk voorstellen wat deze cash-fratsen voor gevolgen hebben. Er doet hier een onmogelijke bult zwart geld de ronde; het personeel wordt zwart betaald, de rekeningen van leveranciers worden zwart betaald, die betalen hun medewerkers ook weer zwart - er wordt hier gewoon geen belasting betaald. Facturen - als je ze al krijgt - zijn kopieloze vodjes met een bedrag erop maar niet de geleverde dienst. De tolpoort registreert niets; ik betaal met mijn camper 6 euro, een auto 2 euro. Dit wordt vastgesteld met een draaibare stang op 2 meter 70 hoogte.  Of de mevrouw in het hokje niet per ongeluk 4 euro achteroverdrukt? Ik heb geen idee. Ik snap niet hoe het wordt geregistreerd. Correctie - ik snap vooral wel dát het niet wordt geregistreerd.
Wat ook verontrustend is en zeer opvallend is het totale gebrek aan verkeer op de snelwegen. Volledig leeg. Wellicht hebben de loslopende beren en wolven - ja heus - hier iets mee te maken maar ik vrees dat het gebrek aan handel de belangrijkste reden is. Er is geen vrachtwagen te bekennen, geen koeriersbusje haalt je met een noodvaart in, geen afgeragde bouwvakkers-bestelauto op het asfalt, nada, niente, nichts, niemand da. 

De gevolgen van de crisis zijn dan ook zichtbaar. Grote, nieuwe betonnen skeletten van gebouwen staan overal tussendoor - de bouw is stopgelegd. Soms is de begane grond afgebouwd en zit er een blinkende autodealer met een ruwbouwflat op zijn rug in het pand. Onvoltooide wegen en bruggen, werkzaamheden waar al duidelijk jaren niemand meer iets gewerkzaamd heeft. Je ziet het overal.

Er rijden veel echt afgeragde oude auto's rond, met reutelende rokende motoren, evident toe aan het kerkhof. De campings en toeristische attracties zijn niet vol, al is het hoogseizoen en hebben de Grieken zelf ook vakantie; wel vrij, geen geld.
Dat gezegd hebbende, de Grieken laten zich niet kennen. Vrolijk, vriendelijk, met bewonderenswaardig veel basaal behoorlijk Engels sprekende horeca- en recreatiemedewerkers, ze laten zich van hun beste kant zien hier. Er wordt overal muziek gemaakt, wat bijzonder sfeerverhogend werkt. Het ruikt overal naar houtskoolvuur waarvan souvlakis's komen om je fikken bij op te eten. Het noorden van Griekenland is prachtig en betrekkelijk weinig bezocht, gevarieerd berglandschap; Meteora doet niet onder voor Monument Valley, alleen kleiner. Dat trekt volk; het gezelschap is gemêleerd. Polen, Duitsers (natuurlijk), Nederlanders, Britten, veel Fransen, Italianen, Bulgaren, Denen - de toch zeer forse afstand naar het vasteland van Griekenland vanuit veel van die landen, veelal met caravan, blijkt overkomelijk.

En terecht. Vanuit Meteora zijn we naar Kastoria gereisd. Kastoria ligt aan een meer, verrassend genoeg het meer van Kastoria. De route door noord-Griekenland is adembenemend, te meer door de eenzaamheid op de weg en de terugkerende borden die waarschuwen voor overstekende beren - en later voor beren en wolven. De meren zijn blauwer dan je wil geloven, het hoge riet aan de rand van de enorme meren op de grens van Griekenland, Albanië en Macedonië is helgroen. Dat maakt de overgang van de hellingen - grijs, maar ook regelmatig rood gesteente - de oever en het water spectaculair.  De bergen liggen op afstand van de meren in het dal; dat schept een gevoel van grootsheid en maakt je nederig. Het landschap van Albanië is stoffig, iedereen zwaait in dit afgelegen deel van Europa naar die halve gare toeristen in hun grote witte auto. Je passeert de ene door ezels of kleine paarden getrokken kar na de andere; de wegen veranderen van het ene moment op het andere van een redelijke asfaltweg in een hobbelig onverhard karrenspoor. 

Gisteren dus Kastoria. Een havenstadje aan een binnenmeer, druipend van historie en geen plaats van belang qua toerisme. Geweldig. Gekampeerd bij het lokale nonnenklooster, pal aan het meer, bijdrage vrijwillig. Hurk-WC: check. Bronwater: check. Faciliteiten: continue amusement (de natuur (kruipend, stekend, baltsend, kriebelend, schreeuwend) & locals (joggend, fietsend, vissend, hangend). De natuur bestaat uit heel veel verschillende mooie vogels (waaronder een pelikaan!), waterslangen - heus, heb foto - enorme libelles en een verrekte tamme waterwezel. En nee, ik wist ook niet dat die bestonden. En ja, er zijn foto's. En die vissers! Hier wordt zoetwatervissen nog serieus genomen. De wegen zijn kut, 4G bestaat niet maar we hebben wel vier hengels met digitale beetverklikkers om vissen die naar zand smaken te vangen. 

We zijn vandaag (kort, doorreis) in Albanië geweest. De geografie van dit deel van Europa en het gebrek aan wegen maakt rare sprongen noodzakelijk. Nu zijn we in Macedonië; volgende week ook weer. We zigzaggen door de landen - morgen gaan we terug naar Albanië; het voorproefje van vandaag heeft me blij gemaakt. De reis naar Ohrid (Macedonië), gelegen aan het meer van Ohrid was hobbelig maar de moeite waard. Glashelder warm water in het meer, eindeloos doorlopend en omdat het heiig was zonder rand tussen water en lucht. We staan nu op een kleine camping die geen drol kost. Macedonië is sowieso spotgoedkoop, diesel 80 cent. Ohrid is een mooie plaats maar rete-toeristisch. Ik word altijd een beetje treurig van dat soort plaatsjes. De liefde is eruit. De smalle steegjes van het oude havenkwartier zijn fraai maar niet ontwikkeld; het is er een rommeltje. Het is het mooiste deel van de stad maar het wordt verwaarloosd. Dat is naar en pijnlijk en vooral overbodig, in Carcassonne laten ze zien hoe historie, commercie en toerisme samen kunnen gaan. 

Okee. Dat lijkt me wel genoeg. Ik onthoud jullie nu het gesprek met Petra en James, de Nederlands-Britse combi die per campervan door Zuidoost Europa trekt - hij 70, derde huwelijk, oud scherpschutter van de Special Forces die in Libanon, Afghanistan en Ierland in de frontlinie lag en zij, 25 jaar jonger en al 20 jaar bij deze man - alles achtergelaten als onderwijzeres tijdens een vakantie in de woestijn om bij die man te blijven. Ik ga ook niet uitweiden over de douaneperikelen hier - dat komt wellicht nog, we gaan nog een paar keer de EU in en uit. 

Tot gauw. 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten