zondag 18 november 2018

Fake News - dilemma's rondom Tribute Bands

Zo was ik onlangs in het Forum in Sittard. Het was al zeker twintig jaar geleden dat ik dat pand betrad - toen was het nog een slechte oude bioscoop met beschimmelde piepende klapstoelen en een penetrante keldergeur. Het heeft jaren leeggestaan. Een paar jaar geleden is het opgeknapt en is er een medium size zaal-met-podium van gemaakt. Geheel niet onverdienstelijk; het balkon boven is in ere gehouden, de zaal is mooi, het podium ruim en de ventilatie adequaat.
Het geluid evenwel is ronduit - excusez le mot - kut. Aanvankelijk gaven we onze plek, achterin de zal onder het balkon, nog de schuld van het abominabele geluid maar voorin, en dan bedoel ik écht voorin, was het eveneens bar en boos. De audiomeneer dacht het probleem gedurende de avond op te kunnen lossen door het volume op te krikken. Dat is een oude truc, meestal helpt het wel wat. Nu echter niet. Ik ben kort voor het einde van het concert, met bloedende oren, om erger te voorkomen (!), het pand ontvlucht. We waren niet in staat om ons gezelschap in te lichten - het was zó krijsend luid dat zelfs in het oor schreeuwen van best aardige mensen volstrekt zinloos bleek. De volgende dag werd gekenmerkt door aanhoudend gonzen, brommen, watten-in-oren-sensatie en maar langzaam afnemend piepen in het hoofd. Fijn, zo'n avondje uit. 

Dus dat was dat. Over de inhoud  hebben we het nog niet gehad, en dat moet toch heus ook even gebeuren. Het was Tribute Night. De Best U2 Cover Band In The World stond op het program. Als voorspel werden we opgewarmd door een adequaat kloon-bandje dat nummers van Coldplay ten gehore bracht, The Scientist.
Coldplay heeft me maar zelden écht kunnen raken. Heus wel goed, die liedjes, en fraai gearrangeerd en zo. Maar mijn kopje thee is het niet. Gebrek aan pissigheid en spontaniteit, overgeproduceerd en bedacht, niet vinnig of spontaan.

Dat gezegd hebbende, je hoort de kwaliteit van een band pas als je een tribute band van het cruise-schipniveau de nummers van die band uit hoort voeren. Wat bij Coldplay draaglijke soft-pop met een fijn up-tempo optimisme is, wordt door zo'n kermisband ineens teruggebracht tot slecht verteerbare zeikliedjes, weliswaar duidelijk herkenbaar maar even duidelijk niet goed. Wat is dat nou? De vraag is met een hypothese te beantwoorden. Zouden die liedjes, die de hele wereld nu kent, een hit zijn geweest wanneer ze aan het brein van The Scientist waren ontsproten en door hen op plaat vereeuwigd was? 
Kort antwoord: Nee. 
De scherpte van de arrangementen, de oprechtheid van de uitvoering, de precisie van topmuzikanten; dat verschil is onoverbrugbaar. Niet dat het slecht uitgevoerd of ongeïnspireerd was, men deed zijn best. Maar nee, het was niet goed. Het leek af en toe wel. Een beetje.

Afbeelding kan het volgende bevatten: 1 persoon, tekst
Het hoogtepunt van de avond moest dan ook komen van L.A. Vation, een professionele coverband - op zijn Amerikaans natuurlijk The Best In The World - die het repertoire van U2 vertolkt. De gitarist lijkt op de foto wel een beetje op the Edge. In werkelijkheid evenwel moet ik toch echt de hele tijd aan Joe Pesci met een mutsje op denken. FaggettAbooutIt.

De bassist en de drummer doen niet eens een beetje hun best om op hun evenknie te lijken, de bassist zou qua haar zo bij Kajagoogoo ontsnapt kunnen zijn. Wat opvalt is dat alle drie de frontmannen - van de drummer was het moeilijk te beoordelen - niet boven de, zeg, anderhalve meter uitkwamen. 
De zanger lijkt uiterlijk niet echt op de zoon van God (Bono dus) maar vangt dat uitstekend op met de juiste attitude, pose, arrogantie en stem. Vooral stem. God, wat lijkt dat goed op Bono. Zeker gezien het feit dat het een Amerikaan is - L.A.Vation, uit Los Angeles - weet hij intonatie, Iers Engels, zangstem en pathos zeer, zeer goed te benaderen. Zonnebril drop, klaar.

Buiten het slechte geluid - te beginnen het halve eerste nummer zonder zang, omdat de schuif van de microfoon blijkbaar kwijt was - klonk het goed, écht goed. Prima muzikanten, zichtbaar plezier, absolute professionals. 

Was dat het? Heb je niks te zeiken, Omvlee? Wat was er deze keer weer niet goed?
Nou, dat zal ik jullie eens haarfijn uitleggen. 
Al na twee of drie nummers gleden mijn gedachten weg naar filosofische beslommeringen over wat écht en wat nep is. Ik stond twee meter bij een overtuigende Bono vandaan, enkele van de beste liedjes ooit gemaakt werden werden prima uitgevoerd, het bier smaakte uitstekend. En het deed me niks. Ware het écht U2, dan had ik stijf van de stress, met betraand gezicht, overmand door emoties aan dat podium gestaan en aan 's mans lippen gehangen.

Ben ik nou een snob, een verwend nest? Wil ik per se een rolex, waar een casio ook prima de tijd kan aanwijzen? 

Dat vroeg ik me dus ook af. Het antwoord kwam van de band zelf. Ze zetten namelijk Sunday Bloody Sunday in. En toen begonnen de dingen op hun plek te vallen. 
Ik vind dat Sunday gedoe helemaal niet zo'n geweldig nummer. De snerpende gitaartjes, sirenes bij het lijden van de Ieren die omkwamen bij het geweld van het Engelse leger, zijn wél een symbool voor de Noord-Ierse volksopstand geworden. Het lied beschrijft de onrechtvaardigheid en zinloosheid van het geweld tegen de burgerbevolking. Het is geschreven door 4 jongens uit Ierland, die familie en vrienden verloren aan de wederzijdse gewelddadigheden tussen IRA en het Engelse leger. 

En daar begint de schoen te wringen. L.A. Vation bestaat uit vier carrière-muzikanten uit Los Angeles, die niks te maken hebben met de boodschap van dat liedje, die het enkel om commerciële redenen vertolken, die geen echt inhoudelijke band hebben met het verhaal erachter. 
Als om dat nog eens te benadrukken besloot Fake-Bono om een Limburgse, ik herhaal LIMBURGSE, vlag om de schouders te draperen en Freedom! dingen te gaan roepen. Toen was het klaar. 
Ik zou als tribute band dat liedje niet eens aandurven; het hoort niet, daar blijf je van af, je hebt geen recht van spreken. Als je het dan ook nog eens misbruiken gaat om plat de zaal te pleasen - de Limburgse vlag werd met gejuich ontvangen, waar stilte of BOE! veel meer op zijn plaats was geweest- verdien je deze review. Ga je ergens in een stil hoekje buitengewoon diep schamen, Fake Bono.

De rest van de avond heb ik overigens best genoten van wat briljante Edge riffjes, prima door Joe Pesci gespeeld. Opverend in momenten van herkenning, tussendoor mijmerend over de impact die The Joshua Tree en Achtung Baby op me hadden toen ze uitkwamen. Hoe verpletterd ik was door de brille van Real Bono cum suis, door de geniale componisten en arrangeurs die deze mensen zijn en hoe inadequaat een prima coverband is om die emoties wakker te schudden. Als je muziek van zúlke importantie naspeelt, sta je niet op de schouders van reuzen, je bent soundmixshow aan het spelen.

Volgend jaar komt L.A. Vation weer, ik kan tickets met korting krijgen! 

Dacht het niet.



dinsdag 6 november 2018

Happy Birthday To Me

Afbeeldingsresultaat voor new job
Wat brengt je nieuwe inzichten,  spanning, onzekerheid, uitdaging, variatie, nieuwe mensen, opwinding? Wat is, kortom, een hoop gedoe maar schijnt de moeite waard te zijn? Verandering dus. Ik hoop dat er - "as we speak" - in Amerika een mooi presentje voor mijn verjaardag bij elkaar gestemd wordt Change! Yes, We Can! Maar dat geheel  terzijde.

Bijna vier jaar geleden liet ik de Intensive Care achter me. Genoeg van de techniek, de hectiek en de diensten die me steeds zwaarder vielen. Meer tijd om aan de aanhoudend ingewikkelde thuissituatie kunnen besteden, minder weekenden werken. En, niet te vergeten, een nieuwe opdracht, een nieuw plan.

Ik mocht in een veeleisende omgeving  helpen bouwen aan een groeiend team. Daarmee zou ik de  fundering helpen leggen voor verdere kwaliteitsverbetering op de chirurgische afdelingen in de kliniek. En een boel onderwijs geven. Met hetzelfde doel. Dat leek me wel wat. 

Veel is goed gegaan. Op de afdeling Chirurgie krioelt het van de inspirerende, zeer gemotiveerde, hardwerkende en intelligente verpleegkundigen met hart voor de zaak én een stevige portie vakkennis. Leergierig, ambitieus, gedreven. Ik kan niet genoeg benadrukken wat een feest het was om met ze te werken, om te zien hoe goed feedback werd opgepakt, om te merken hoeveel onderwijs er in handelen werd omgezet. En hoeveel lol we hebben gehad en hoeveel goeds we voor onze patiënten voor elkaar hebben gekregen. 

Ik werd ook omringd door óók al heel hardwerkende arts-assistenten; als je het over gedreven hebt, dan heb je het over deze groep. Spijkerhard veel te veel uren werkend, altijd goedgemutst, steeds klaarstaand voor elkaar, samen studeren, werken, vechten en feesten. Al high-fivend en chestbumpend door het leven, dat werk.  Ik wil wel geopereerd worden, mocht dat ooit nodig zijn, door één van dat zootje ongeregeld. Helden zijn het. Knettergek ook, maar da's weer een ander verhaal. What happened in Austria, stays in Austria. (Gelukkig heb ik de foto's nog).

Ik maakte tijdens mijn sollicitatie de grap dat ik al bijna vijftien jaar op de IC deed alsof ik verstand had van Chirurgie en dat ik dat nu wel eens écht wilde krijgen. Dat was verontrustend meer waar dan ik toen zelf in de gaten had. Dank, afdeling chirurgie, voor het stevig aanpakken van mijn kennis van zaken op jullie gebied. Het was hard nodig.

Ik wil het Catharinaziekenhuis huldigen voor wat het voor me is geweest. Achttien jaar lang mijn werkgever, een tent om fier op te zijn, een bolwerk van inspiratie, optimisme en kansen. 

Wat is er veel gebeurd in achttien jaar. Enkel al de gebouwen die er staan - van de hoofd-ingang met de daarboven gelegen MC en HCK tot de poliklinieken in het V- en Z-gebouw tot de Psychiatrie en de parkeergarage, het is onvoorstelbaar maar niets van dat alles stond er toen ik begon.
Wat ben ik veel verschuldigd aan dit ziekenhuis. Een verweesde, net gediplomeerde, min-of-meer-IC-verpleegkundige met een véél grotere bek dan inhoudelijk waargemaakt kon worden, dat was ik; een door de wol geverfde, bekwame, veelzijdige en misschien zelfs verstandige Verpleegkundig Specialist bén ik. Dank, dank.

18 jaar. Naar beneden afgeronde getallen: 2880 dagen werken - 420.000 euro (netto!!) salaris. Waar dat allemaal gebleven is? O ja, drie dochters.  En diesel. Veel diesel.
500.000 (ja, heus) vijf-honderd-duizend - kilometer woon-werkverkeer. Bij gemiddeld 80 kilometer per uur - wat je niet haalt, trouwens - 260 dagen en nachten (opnieuw, ja heus) onafgebroken autorijden. Godsamme.

Toen ik begon op de chirurgie was het idee om een centraal team van vier of vijf FTE verpleegkundig specialisten te bouwen dat hoofdverantwoordelijk zou zijn voor de verpleegafdelingen. Ondersteund door AIOS, verantwoording afleggend aan de medisch specialisten, coachend voor ANIOS, co-assistenten en semi-artsen. Ieder een eigen deskundigheidsgebied: Lower GI, vaatchirurgie, bariatrie, enzovoorts. Ieder zijn eigen aandachtsveld: onderwijs, wetenschap, wondzorg, noem maar op. 
Voor dat toekomstbeeld is er evident onvoldoende draagvlak. Ook het opleiden van een "eigen" VS blijkt een brug te ver. Verschillen van visie, verschillende belangen - hoe dan ook, ik zie niet genoeg aanknopingspunten of vorderingen om me gemotiveerd te houden. 


Ik ben te oud om geduld te hebben, de tijd werkt tegen me. Lees die zin nog maar eens na. Als de koers van verschillende professioneel aan elkaar verbonden mensen 180 graden ten opzichte van elkaar is, verandert er niets. Die impasse is volstrekt niet gemakkelijk, maar tegelijk wel vrij eenvoudig, te doorbreken. Bij deze. 

And Now, For Something Completely Different (the larch).

Ik ben een ouwehoer en een leuterneus. Het grootste plezier in mijn afdelingsvisite heb ik in de omgang met bange, verdrietige, onzekere en vertwijfelde mensen. Daar kan ik aardig mee uit de voeten, al zeg ik het zelf. Ik kan ze geruststellen, leren hun situatie te accepteren, aan het lachen maken, een beetje vertrouwen (terug) geven en laten grimlachen. Zoek maar op: grimlachen is heus een woord. Waar ze precies allemaal last van hebben qua ziek zijn, dat wordt langzaam maar zeker steeds meer bijzaak. Na alle techniek, anatomie,  reanimatie, fysiologie, life support en pathologie blijk ik terug waar ik ooit begon: bij de psyche. De wereld van de empathie, vage klachten, zachte diagnostiek, gebrekkig empirisch bewijs, DSM-5, wollige taal, geitenwollen sokken en, o gruwel, kwalitatief onderzoek. 

Hoe dan ook: met ingang van 1 januari 2019 ben ik VS-regiebehandelaar op de PAAZ afdeling van het Zuyderland Ziekenhuis in, jawel, Sittard. Voor wie het niet wist: in een grijs verleden was ik gediplomeerd inrichtingswerker, ik heb (ook, onder andere...) op een gesloten crisisafdeling gewerkt. 
Ik krijg de MPU, Medisch Psychiatrische Unit, en de psychiatrische consulten-functie voor de medische kliniek in mijn takenpakket. Daarnaast mag ik weer onderwijs geven en zo de ontwikkeling van het klinisch redeneren op de PAAZ vormgeven. Kortom, een fraaie cross-over tussen psychiatrie en alles wat ik door de jaren heen aan medische- en onderwijs-bagage opgepikt heb. Een droombaan. 

En ik kan met de fiets. Naar mijn 11 collega-VS en 5 VS-io, die veelal transmuraal, poliklinisch en bij cliënten thuis werken.

In Limburg. Ook dat nog. Tussen de Limbo's. Zie je wel? Al die Limburgers willen uiteindelijk terug naar hun roots. Nou ja, ik heb er 18 jaar over gedaan. Ik ga werken voor het grootste niet-academisch ziekenhuis van Nederland - alweer. Dat was het CZE toen ik er begon namelijk ook. 

Ik heb er zin in. Ik wandel nog een maandje door de vertrouwde gangen in Eindhoven, het contract moet afgerond, de revalidatie voltooid. Carpal Tunnel Stress Fatigue Syndrome zullen we het maar noemen. Verder stik ik in de overuren die nog op moeten, dus rond 1 december is het wel klaar. 

Het zal een weemoedige periode zijn Herfst, afscheid, vallende blaadjes en zo. Voor daarna geldt:

Vaarwel, Catharinaziekenhuis, het waren 18 fantastische jaren. Het ga jullie allemaal goed. En voor iedereen die blij is dat ik opzout heb ik een fraaie oud-Hollandse uitdrukking: bite me.










maandag 30 april 2018

Alledaagse verwikkelingen

Vreugde en verdriet liggen soms heel dicht bij elkaar. Een moment hoeft niet altijd een hoogtepunt in je leven te zijn om je gelukkig te maken; het hoeft niet altijd een wereldschokkende gebeurtenis te zijn om vervuld van verdriet te zijn. 

Een zorgvuldig gekozen glaasje whisky kan soms de perfectie naderen. Het moment van de dag, het type whisky, hoe de smaak valt - daar kun je oprecht stil en gelukkig van zijn. 

Ook gezelschap kan er voor zorgen dat je kort maar krachtig herinnerd wordt aan je fortuin, de mazzel dat je gezond bent en in meerdere opzichten rijk genoeg om mensen blij te maken. Mensen die elkaar nauwelijks of niet kennen een genoeglijke avond bezorgen, onder het genot van de gezamenlijke hobby, een hapje eten, de zon en een heerlijke voorjaarsavond - meer is niet nodig om vreugde te ervaren.

Enkele dagen later afscheid te moeten nemen van je vriend, precies op zijn zestiende verjaardag - in hondenjaren 112 jaar - is een bitterzoete ervaring. Al meer dan een jaar bereid ik me voor op dit onvermijdelijke moment, de dag waarop ik de dierenarts moet bellen dat het wel goed geweest is. Bijna blind, steeds meer écht dan Oostindisch doof en elke dag wat slechter ter been - ach, dat ging allemaal nog net. Nu plots veel dorst en overal piesen - het was klaar, ik moest mijn eervolle belofte nakomen om áltijd een goede baas te zijn.

Bram is thuis, in zijn eigen mand en omringd door het complete gezin, door de dierenarts naar het hondenparadijs verwezen. Het waren zestien geweldige jaren, Bram was twee jaar ouder dan ons jongste kind. Het afscheid viel me zwaarder dan gedacht - alle ratio van de wereld wint het niet van emotie. Ik heb hem in het bos hier vlakbij, waar we heel wat meters gemaakt hebben samen, begraven. 

Ik mis Bram, ook al is hij pas een paar dagen dood, al heel wat langer. Door zijn slijtage was wandelen en met de bal spelen er al lang niet meer bij. Van weeromstuit kom ik zelf te weinig buiten, beweeg ik minder - wandelen zonder hond, dat werkt niet. Dat is dan weer niet goed voor me; somberheid wint, het leven bestaat nog enkel uit werken en slapen, zeker in de winter. Ook fotograferen, onderweg met de hond een heerlijke activiteit, leed er flink onder. 

Ik denk dan ook dat er een paar goedkeurende schelle blafjes uit het hondenparadijs komen. Afgelopen zaterdag heb ik een pup uit een nest Jack Daniels Russell terriërs een reu van 7 weken uitgezocht. 
Hij, onze Teun, blijft nog een weekje of twee bij zijn moeder - niet omdat het moet, maar omdat het kan. Zeven weken, het loopt nog niet eens zo stevig. Het vel is te groot, de brokjes veel werk - melk gaat nog steeds makkelijker.  En dan heb ik óók nog de kleinste  en zachtmoedigste van het stel (lees het grootste watje) uitgezocht. Mag nog wel effe bij mama, dus.
Daarnaast is er de baas, die eerst even twee weken naar Schotland moet, op vakantie. En Teun de Jack kan nog niet mee, want nog niet volledig gevaccineerd. 

Jack Teun zal evenwel volledig gevaccineerd, strak in het vel, stevig ter been, brutaal, dapper en weldoorvoed mee kunnen op zomervakantie naar Wales; in de komende weken heb ik veel tijd om aan de slag te gaan met mijn nieuwe maatje. Ondertussen zit hij goed, op die boerderij in Hulsel, bij de mevrouw met de dierenfreakte en haar bijkans onverstaanbare boer. Een tas koffie moesten we drinken - het werden er meerdere. We kwamen bijna niet weg, we moesten eerst alles horen over alle honden, katten, papegaaien, pony's, van vroeger en nu. En van de geitenstal - en natuurlijk de schapenstal - en de dieren van hun kinderen, niet te vergeten. En toen mochten we weg. Over twee weken halen we Jack Teun op - mochten we vermist raken, dan houden ze ons vast daar, Hulsel dus, tussen Bladel en Lage Mierde, dan komen we er niet weg. 






maandag 19 maart 2018

Marrakech, Marokko, Afrika


 Dit wordt geen makkelijke blog. Om te begrijpen wat ik bedoel moet je 'm heel goed lezen. Als je geen zin in bespiegelingen hebt en alleen maar wat lol wil, ga dan naar www.guustflater.com.  Er valt hier vandaag wellicht wat te lachen maar enkel een hilarisch relaas van leukigheden is het deze keer zeker niet. De verwarring die me overvallen heeft en waar ik veel over nadenk probeer ik eerlijk te beschrijven; enige sociaal-culturele ingewikkeldig-heid is daardoor onvermijdelijk. Mocht je daar geen zin in hebben, even goede vrienden, ga dan nu maar  gauw ophouden met lezen en RTL4 kijken. Zo niet, succes.

Komt'ie.

Het is ondertussen al weer bijna een week geleden dat we terugkwamen uit Afrika. Decadente eerste-werelders als we zijn, gaan we elk jaar in maart even op reis - met als excuus de verjaardag van mijn vrouw en de ondraaglijke lengte van de winter. Formeel zijn we beschaafd, we kiezen afwisselend verre bestemmingen en lokaal, zeg maar binnen autobereik, pittoreske stadjes. Twee jaar geleden New York, USA, vorig jaar Mechelen, BE, dit jaar Marrakech, MAR.

Ik weet niet zo goed waar ik beginnen moet. Ik weet ook nog niet echt wat ik nou eigenlijk vind van de cultuurshock die ik onderging. Het is veel, wat we in zo'n drie-en-een-halve dag voor onze kiezen hebben gekregen. Ik heb hard, lang en veel nagedacht over mijn gevoelens van verontwaardiging, ergernis, frustratie en onmacht. En daar kwam het volgende van.

Begrijp me niet verkeerd, we zijn overvallen noch gestrand, gechanteerd noch bestolen. Geen luchtvaartmaatschappij faalde, geen ambtenaar was onuitstaanbaar. Geen strobreed, geen onvertogen woord, niks mis. We zijn niet onderdrukt of onheus bejegend. We zijn niet opgelicht en niet respectloos benaderd.

Maar toch. Aan pogingen om respectloos te zijn, aan pogingen om ons op te lichten, aan pogingen om ons te bestelen en aan verholen en besmuikte weerzin tegen ons persoonlijk en tegen onze aanwezigheid ontbrak het evenmin. Almaar beleefde en aardige reacties onzerzijds op opdringerige verkoopterreur werd met nóg meer aandrang, en niet met waardering en terughoudendheid, beantwoord. Vriendelijke afwijzing van opdringerigheid werd met nóg meer opdringerigheid beantwoord. Resoluut weigeren van ongevraagde diensten werd met meer dwingend verbaal - en klein fysiek- geweld beantwoord. Duwen, trekken, rammen en drammen. "Een ding zonder vrienden".

Ik weet nu hoe een piñata zich voelt. Een piñata, voor degene die niet weet wat dat is, is zo'n Mexicaans papier-maché ding, vaak een dier, dat vol zit met snoep. Het hangt aan een touwtje in de tuin en het jarige kind moet er - geblinddoekt -  met een stok hard op slaan tot het snoep eruit valt. "Een ding zonder vrienden".

Ik ben dus, zoals de lezer begrijpt, een west-Europese zak met geld. Niet iemand maar iets. Motto van Marrakech: hersenloos (geblinddoekt) met zijn allen op iets in beuken, op die zak, daar valt vanzelf, als je maar stug doorgaat, regelmatig wat geld uit. Blijven meppen, blijven cashen. 

Depersonificatie is geen Europees patent. Wij zijn niet de enigen die alles wat anders is anonimiseert. Wij voelen ons - terecht - schuldig wanneer we over "de" vluchtelingen, Turken, Marokkanen of moslims denken - individuen de stereotype kenmerken van groepen toekennen is niet erg aardig maar ronduit stupide en onbeschaafd. Niemand wil "een ding zonder vrienden" zijn.

Wellicht is de meest onthutsende en confronterende observatie van deze trip dan ook dat anderen dat net zo goed bij mij kunnen doen. Dat anonimiseren, die depersonificatie. Met mij! De hoogontwikkelde, bijzonder goed opgeleide, intelligente, blanke Master Of The Universe!  Ik word ineens, hier, nog geen vier uur vliegen van huis, nogal gedepersonificeerd, zeg maar, als het ware. Het is een schande. En dat vond ik nou net zo'n typische blanke bwana-vaardigheid. Dat depersonificeren. Ik waardeer het allerminst dat, terwijl wij economisch, cultureel en politiek lichtjáren verder ontwikkeld zijn, anderen zichzelf blijkbaar superieur aan mij wagen te voelen. Ik was er nou net zo trots op dat wij op alle fronten gelijk hebben en die anderen ons daarom -terecht- benijden. En nou durven ze mij zomaar als toeristisch vee, als te lossen vracht, als witte pinautomaat, als blanke melkkoe, als klaar voor de slacht en rijp voor de pluk te zien. "Een ding zonder vrienden". En ik ben nog wel zo'n aardige kerel. Als je me de kans geeft, zal ik het bewijzen. 

En hoe ik mijn best ook doe, die perceptie - zak geld, rijke Europeaan - verandert niet. Hé-le-maal niet. Hoe vriendelijk, welbespraakt, meertalig, vergevingsgezind, contactgericht, toegankelijk, politiek-correct, glimlachend, begripvol of sympathiek ik ook probeer te zijn - ik blijf een zak vol geld. 

Ik vond het kut. Ik vond het helemaal niet leuk om hordes mensen na een poosje dan maar te negeren, om iedereen die me aansprak op welk moment dan ook als een piñata-mepper te zien - hoe terecht die attitude ook bleek. Ik verlangde al na één dag, echt waar, naar Engeland - waar "Can I Help You" niet betekent "How Much Will You Pay Me". Ik walg van de opgelegde paranoia, wat moet déze hoofddoek nou weer van me - het niet rustig om je heen kunnen kijken, je zonnebril ophouden want dan zien ze niet waar je naar kijkt - het  was uiterst onaangenaam en vervelend. Niemand die je ongemak erkent, niemand die laat merken dat hij je begrijpt en dat hij aan jouw kant staat. Relentless, zeggen ze in het Engels. Daar is geen goede vertaling voor. Genadeloos, onophoudelijk, zonder onderbreking. Eigenlijk is mijn vertaling net zo goed: "een ding zonder vrienden".

Met mijn één meter vijfentachtig en fikse hoed viel ik nogal op. Bijnamen: Indiana Jones, Angry Man (op dag 3, beetje klaar ermee), Ali Baba maar ook My Brother - zo werd ik genoemd door de zwartste man die ik ooit zag, hij moet haast blind geweest zijn. Boss vond ik de naarste. Dat is Bwana, maar dan anders - en er zat achter elke "boss" een bijna voelbare weerzin en afschuw. "Een ding zonder vrienden".

Het is een bitterzoete ervaring, dit weekendje Marokko. Pijnlijk, onthutsend, naar, verbijsterend. Maar ook prachtig, sfeervol, verpletterend, adembenemend, ongelooflijk mooi en uitdagend.
En dat laatste: uitdagend. Er valt heel wat te veroveren, overtuigen, accepteren, verteren, begrijpen en overbruggen. Islamitische landen zijn niet met een weekendje te begrijpen, verklaren of incorporeren. 

Zonder zelf in de spiegel te kijken en je eigen rol kritisch te beoordelen - waarbij je niet per se als winnaar uit de strijd komt omdat je toevallig uit een Westerse democratie komt - schiet het allemaal niks op. Ik ben er, zoals u leest, in ieder geval nog lang niet uit.