woensdag 2 augustus 2017

Montejagro

Verpletterend. Als je nou van bergen houdt, van onafzienbare landschappen waarin nauwelijks tekenen van menselijke activiteit, van per heuvel veranderende vista’s die onwillekeurige “ooohs” en “aaahs” oproepen: ga naar Montenegro. Zo gevarieerd, zo woest en wild. Het is een berglandschap van oneindige variëteit waarin wat – overigens best goede – wegen uitgehakt zijn en verder hebben ze het gelukkig met rust gelaten. Ook landbouw ontbreekt op de hoogvlaktes. Er wonen simpelweg bijna geen mensen. De afdaling vanuit het hoogland naar de kust is van een onbeschrijflijke schoonheid; je kunt tientallen kilometers over het land kijken, met schitterende meren in de afdaling en als bekroning de baai van Kotor, die in de diepte ligt te glanzen. Helaas neemt in de afdaling, door toename van de bevolking, de hoeveelheid afval en gestort puin – categorie halve huizen – exponentieel toe, wat aardig afbreuk doet aan je enthousiasme. Zie bijgevoegd fotootje.


En nu zijn we dus in mijn minst favoriete vakantieland, Kroatië. Wij hebben een weinig gelukkige relatie, Kroatië en ik. Ik vind het een grote geld-uit-de-zak-klop-machine, een kolossale toeristenval en een bloedheet pokkenland. Zo. Dat hebben we maar gehad. Opnieuw zijn de inwoners nors en onvriendelijk, opnieuw is de warmte om de een of andere reden hier ondraaglijker dan op andere plaatsen. Dubrovnik is fraai gerestaureerd na de bombardementen van 1991. Ik herinner me de beelden van de Serviërs en Montenegrijnen die vanaf de heuvel de bommen maar zo’n beetje naar beneden hoefden laten vallen om de historische stad in puin te gooien. Het is nog maar een paar jaar geleden. Dat maakt het ook raar om vanuit de stad die heuvel, die regelmatig op het journaal was te zien, op te kijken en je dat heel makkelijk voor te stellen.
Als gezegd, hartstikke mooi gerestaureerd, allemaal best. Maar ook loeidruk, volgeplempt met eetterrasjes waar je letterlijk niet omheen kunt en bijna 2 euro voor een bolletje ijs. En heet. Wel airco in de bus, maar de stemming was al onder nul door de evident sikkeneurige buschauffeurs – er kan werkelijk geen glimlach, oogcontact of vriendelijk woord vanaf.

Goed. Morgen weer op weg. Mostar, Sarajevo – het is nog maar even afwachten waar we precies heen gaan. Door de enorme hitte in de regio, die nog wel even aanhoudt, is het bezoeken van nóg twee steden in de komende dagen misschien wat veel van het goede. In de buurt van Mostar liggen watervallen, dat klinkt goed. Nog een dikke week en een dikke tweeduizend kilometer. Ik zie wel wanneer er weer fatsoenlijk internet dan wel 4g is; Bosnië-Herzegovina, daar hebben we nog niet zo veel ervaring mee.


Kusje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten