De redding is nabij. Na bijna vier weken zijn we nu echt
op weg naar huis. Onze omgeving verandert, naarmate we verder terug naar het
noordwesten trekken, terug in herkenbare grootheden. Vandaag zijn we bij Wenen
aangekomen na een bliksembezoek aan het Balatonmeer. Ook letterlijk trouwens,
gisteren fikse onweersbui. Kort en goed, nou het toch over Hongarije gaat: daar
bij dat meer, daar ga je naar toe voor het goede weer en de idiote prijzen.
Kapper drie euro. Warme maaltijd altijd minder dan vijf, en soms ruim minder dan vijf euro.
Overnachtingen in pensions vanaf een euro of vijf de man. De omgeving,
westelijk Hongarije, spreekt niet erg tot de verbeelding. En dat is mild
uitgedrukt; Keszthely is een treurig en sfeerloos dorp, zeker op zondagmiddag
in het katholieke deel van Oost-Europa. Op doortocht in Kroatië zagen we
zondagochtend een kerk die zó druk bezocht werd dat de mensen buiten de dienst
stonden te volgen. Minaretten zijn hier nergens meer te zien. Tot zover het
exotische oosten.
Oostenrijk is land nummer 16 van onze reis.
Indrukwekkender nog is het aantal grenspassages dat we gedaan hebben als we
thuiskomen; zo’n 27 keer zijn we een grens gepasseerd. De laatste twee, Kroatië
– Hongarije en Hongarije – Oostenrijk, zijn weer gewoon “doorwuif’ passages
geweest maar tussen Italië en de tweede keer Kroatië hebben we aardig wat tijd
in de hete rij gestaan, wachtend op onze uitgebreide papierencontrole – zowel
auto als personen.
Juichend zagen we vanochtend voor het eerst weer een
McDonalds, later een Ikea – welkom thuis. Het is hier weer ouderwets druk op
het bedrijventerrein, waar torenhoge reclameborden alle meloenstandjes aan het
oog onttrekken. We staan op Womo Stellplatz Wien; plaats voor zo’n 200 campers,
hutjemutje, goede douches en toiletten, wifi bij de balie en medewerkers die
drie talen spreken.
Nu dus de voetsporen van Mozart, Beethoven, Franz-Joseph
en Sissy verkennen. Die Sissy, weet ik sinds kort uit een historische roman,
was een sloerie eerste klas zonder enig decorum; ze reisde heel Europa door met
steeds nieuwe kerels, waarvan er geen enkele Franz-Joseph heette. Ze liet in
elk dorp dat haar beviel op kosten van de Hongaars-Oostenrijkse
belastingbetalers een kasteel bouwen. Dat ze vervolgens nooit meer bezocht. Van
weeromstuit is Franz-Joseph gaan rotzooien met een bekende Weense hoerenmadam,
die hij zelfs meenam naar de opera. Tot zover de suikerspin-romantiek van de
Sissy films. Ja, met royalty verveel
je je nooit.
Hier in Wenen is naast alle (neo-)romantische pracht en
praal ook heus wel iets hedendaags te vinden. Zoals te doen gebruikelijk zal ik
de kinderen dan ook meeslepen (Emma protesteert hevig, die wil niet gesleept maar juist zelf graag) naar een museum voor Moderne Kunst. In het
Albertina is een permanente bruikleen van een van de grootste en mooiste
particuliere collecties van Contemporary Art te zien; het Batliner overzicht. Deze
permanente expositie is “Van Monet tot Picasso” genaamd. Ik geloof dat ik dat
wel ga waarderen.
Daarnaast heb ik twee belangrijke andere collecties
ontdekt die ik zeker even wil beoordelen. Er zijn twee beroemde Spirituosen
Geschäfte hier in Wenen, waar voor redelijke prijzen mooie whisky’s verkocht worden.
Een lekker souvenirtje, verwacht ik zo.
Tot snel allemaal.
PS: Ne Shitje betekent "Te Koop" in het Albanees. Of in het Macedonisch, daar wil ik van af zijn. Staat dus op borden bij huizen, brommers, muilezels en natuurlijk meloenen. Het is inmiddels een soort van verzuchting bij tegenslag geworden. U mag 'm ook gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten