De eerste zin is meestal de moeilijkste. Hoogdravend geneuzel - "Terwijl de donkere wolken van achter de Pyreneeën het zuidelijkste deel van Frankrijk in komen jagen en de lucht snel donkerder wordt" staat recht tegenover al te pragmatische opsommingen - "Gisteren waren we op een camping met een mooi zwembad maar die was wel heel duur en vandaag zijn we op een camperplaats vlakbij gaan staan want die was veel goedkoper".
Beide stijlvoorbeelden zijn inhoudelijk juist en zijn desondanks niet de wijze waarop ik graag mijn reiservaringen met mijn publiek deel.
Saint Cyprien. Klein havenstadje - enorme plezierhaven, veel boten te koop, verontrustend goedkoop - je zou er een aanschaffen gewoon omdat het kan. Hemelsbreed 25 kilometer van de Spaanse grens. De tussenstop die we willen maken is het dorpje Coullioure, zo'n 10 kilometer verderop. Belangrijk detail: Coullioure is de ansjovishoofdstad van de wereld. Ik zie uit naar de ontdekking van deze culinaire hemel, om Mulisch vrij te interpreteren. Daarnaast is het een nog aardig intact middeleeuws stadje.
Vooralsnog echter zijn we dus in Saint Cyprien. Daar is een reden voor; vanuit de voornoemde dure camping van gisteren is het maar vijf minuten fietsen - en nog vlak ook - naar de haven.
Daar moet ik straks op terug komen. Eerst even die camping. Le Soleil Du Mediterranée, zo heet'ie. Adverteren met de suggestie van een zwemparadijs. Vooruit, het zwembad is zeer de moeite waard - maar de foto's op de website laten een ander beeld zien, een wirwar van glimmende hyperslides en whirlpools. Dat blijkt het nabijgelegen separaat te betalen aqua-paradise te zijn.
De camping zelf begint goed. Een zowaar Engels sprekende receptioniste met een vastgelijmde glimlach maakt van de afgesproken prijs van 43 euro vlotjes een totaalsom van 60 euro - four persons, n'est ce pas? Mais quarante-y-tres c'est pour deux personnes. Snol. Mooi dat ik de hond verzwegen heb.
Na de ondertekening van het contract blijkt de ware aard van dit door ehemalige SS-angehorigen geleide kamp. Er moeten armbandjes om. Blauwe. Door de cipier persoonlijk om te doen. Nee iedereen de camper uit. Nee niet zelf omdoen. Nee niet afdoen anders onmiddellijke verwijdering van Het Zonnetje van de Middellandse Zee. Nee u mag niet zelf naar uw plaats rijden u wordt begeleid. Morgenochtend vóór tien uur het terrein verlaten want anders weer 60 euro betalen. Nee niet later. Nee ook geen half uurtje.
Ondertussen dat ik schrijf - live door uw verslaggever - raast er een Mirage van de Franse luchtmacht over onze camper. De naverbrander aan, hoogte niet meer dan 200 meter. Onwaarschijnlijk spektakel, loopings, vrilles en kurketrekkers, indrukwekkend en wat verontrustend geweld. Demonstratie van de heren; later volgt ook nog een grote show van het Luchtacrobatiekteam - iets minder agressieve vliegtuigen - waar drommen mensen op af gekomen zijn. Overmorgen finished de Tour de France in Parijs, er moet even geoefend worden.
Maar ik dwaal af. Tussen de vorige zin en deze - om het nog wat ingewikkelder te maken - zitten drie uur op een boot, duiken met de dames en zo. Daarover later meer.
Ik ben wel klaar met de camping. Je wordt door sommige uitbaters als een wandelende zak geld behandeld, met name degrote, kindvriendelijke kleurrijke "animation chaque jour!" campings zijn niet geinteresseerd in daggasten met campers en ontmoedigen hun aanwezigheid met doldrieste tarieven.
Dus vanochtend naar de lokale camperplaats. Diverse antropologische doctoraalstudies kunnen worden losgelaten op het territoriumgedrag van de - inmiddels gelukkig hoofdzakelijk Franse - camperbezitters die geconfronteerd worden met een campersite met kleine vakken. Zolang het rustig is, neemt eenieder lekker de ruimte en pikt zonder enige terughoudendheid twee plaatsen in met zijn camper; ééntje om te parkeren, ééntje voor het luifel en tuinameublement.
Het wordt wat onrustig als er steeds meer campers arriveren. Er is natuurlijk een grens in aantocht; er komt een moment dat iemand zijn dubbele plek kwijt gaat raken als alle andere plaatsen ingenomen zijn. Vorsende blikken naar elkaar, wat verwijtend van aard als de ontvanger van de blik over een buitenmodel groot, blinkend nieuw camperbakbeest beschikt. In zo'n blik zit besloten dat jij altijd al te veel plaats inneemt en nou maar eens als eerste moet schuiven.
De dikke - het is altijd een dikke, blootbuikige Fransman- eigenaar van de dubbelasser in kwestie is niet rijk geworden (want zo'n bakbeest kost me een geld) door verlegen te schuiven voor andere mensen. Hij zit dan ook ófwel stoicijns voor zich uit te lezen, óf, en dat is misschien nog wel erger, kijkt uitdagend naar elke nieuwkomer. Kom maar op. Je ne regrette rien. Pas de poepé.
Die haven dan. Camperplaats om de hoek van het Centre de Plongée. Een sjieke naam voor wat in werkelijkheid een houten tuinhuis (kantoor) en een klein uitgewoond appartement op de begane grond (loods met duikmaterialen) is. Dus wij om half zes met de boot naar de baptism de plongee voor de dames Omvlee. Half uur varen, Charlotte al bij voorbaat wat pips om de neus want duiken = eng. Een geduldige, jonge Franse duikinstructeur - die wat weg had van Jamie Oliver, maar dat terzijde - heeft beide dames deskundig, rustig en bekwaam naar 6 meter geloodst en ze een onvergetelijke eerste duik bezorgd. Als enige aan boord sprak hij redelijk Engels - een moeder die als au pair in London had gewerkt had hem zijn middelbare schooltijd doorgezaagd over het belang van Engels kunnen spreken. Lilian was trouwens ook mee, zij heeft gesnorkeld.
Inmiddels blijkt mijn hypothese - als ik een tijdje in Frankrijk ben dan komt dat Frans vanzelf wel weer - opnieuw waarheid gebleken. Ik heb zelfs een mop verstaan (bij de reparateur van de turboslang, alles wel, dank u) en begrepen en vertel hem nu aan iedereen die het maar horen wil - in het Frans. Hoe heet iemand die drie talen spreekt? Een trilanguiste. Hoe heet iemand die twee talen spreekt? Een bilanguiste. Hoe heet iemand die één taal spreekt? Un Francais.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten