En groen is het. Manshoge varens, al in begin juni, omzomen alles wat maar op een bosrand wil lijken. Van grijs- en blauwgroen tot helder voetbalveldgroen, alle varianten zijn binnen een paar honderd meter al te zien. Je wordt er gek van. "De groene hel" zou ook kunnen, ware het niet dat er ook nog sprake is van een onvermoeibare hoeveelheid lieflijkheid, die het woord hel volkomen uit zijn verband rukt.
Een volslagen mataklap biljartbouwer lijkt hier en daar willekeurig tuinen bespannen te hebben. Retestrak en - natuurlijk - helgroen. De weilanden, allemaal schuin tegen hellingen aangeplakt en ommuurd dan wel voorzien van (diverse kleuren groene) ondoordringbare heggen hebben ieder steeds een nét andere kleur (groen), ook door de gevarieerde lichtval en de imposante wolkpartijen, die mijn eerste indruk van dit land aardig gekleurd (...) hebben.
Goed. Vandaag was een inspirerende dag; het was slecht weer (gisteren en vandaag zijn de uitzonderingen op de regel, tot nu toe hebben we prachtig weer gehad); daarnaast hebben we flink wat kilometers gemaakt, bijna 200. We zijn dan ook zo'n 30 kilometer bij onze vertrekplaats vandaan. De Atlantic Coast Way en de Kerry Ring worden aangeraden als toeristische routes, maar de kortste verbinding tussen twee punten, nou nee.
De wegen zijn abominabel slecht. De staat van onderhoud is vergelijkbaar met oost-Europese binnenwegen na 40 jaar communistische dictatuur; alleen zijn het hier dan geen binnenwegen maar verbindingswegen waarop je 80 en vaak zelfs 100 kilometer per uur mag. Vijftig is, zeker in de camper, evenwel al onaangenaam en soms ronduit gevaarlijk. Niet alleen de staat van onderhoud namelijk heeft het op je leven voorzien; ook degene die de route bedacht heeft en de man van de egalisatie zijn met zijn tweeën stomdronken aan hun baan begonnen. Fles Ierse Pot Still Whiskey aan het hoofd en lijnen trekken maar. Nou ja, lijnen; creatieve kleuters zouden gelijkmatiger getekend hebben.
De Healy Pass, die we enkele dagen geleden over reden, staat bekend als een mooie route. Beetje tam en overgewaardeerd, vond ik zelf; mooie foto's, daar niet van, maar qua moeilijkheidsgraad en imposantheid had ik er meer van verwacht. Vandaag, in de mist, regen en snoeiharde wind zijn we de Ballaghbeama Gap overgetrokken. Meer dan genoeg moeilijkheidsgraad, kan ik de lezertjes vertellen. Tering. Ben kapot. Smal tot op het belachelijke af; tegenliggers in de ene na de andere blinde bocht; mistflarden, windvlagen, waterhozen, noemt u het maar.
We zijn nu wel een beetje klaar met het zuidwesten. Het land is niet per se groot maar je verdwaalt in de tijd; de afstanden tussen plekken die de moeite van het verkennen en overnachten waard zijn, blijken klein, waardoor je almaar in dezelfde regio rond blijft toeren. Morgen gaan we er dan ook een snok van een kleine 200 kilometer naar het noorden aan geven. Dat is hier drie tot vier uur rijden; over hoofdwegen, wel te verstaan. We gaan Limerick voorbij en op weg naar Galway. In het voorbijgaan ligt Tipperary. Ja, die plaatsen bestaan allemaal echt (en ook Skibbereen, Ballydehob en, mijn persooonlijke favoriet, Ballylickey).
Tot vandaag vond ik Ierland wat saai, een beetje een kopie van Wales, stukjes Cornwall en Schotland (maar dan groener natuurlijk). Het spektakel van de sombere, bezwerende tocht door mistige dalen, waarbij we kletterende rivieren met torenhoge watervallen overstaken, de indrukwekkende grauwe watervlagen, echt gordijnen van regen, op het hoogste punt van de dag, maakt dat ik iets nieuws gezien heb hier. Het maakt me ook benieuwd naar de rest van het eiland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten