vrijdag 30 juni 2023

Drie weken Ierland

Okee. Ierland, les 2. 

Je verzuipt bijna in dit enorme eiland. We hebben twee weken gedaan over de zuidkust, enkel om tot de conclusie te komend dat dat zéker een week te veel is. De afstanden zijn niet groot maar de wegen kronkelen, deinen en meanderen dat het een lieve lust is. Op de één of andere manier lijkt de rest van het land steeds heel ver weg - totdat je twee weken onderweg bent en er achter komt dat je nog stééds de bus naar Cork tegenkomt. Ierland slurpt je op zonder dat je het in de gaten hebt. Haast verdwijnt als suiker in thee. De kalmte overwint - al is het zuiden het meest toeristisch ten opzichte van de rest en is de drukte navenant.
Ga nou naar het westen. Ik zou iedereen willen aanraden om de zuidwestkant over te slaan, hoewel de ring van Kerry best mooi is - maar ook ernstig overschat, met goede PR en dus letterlijk bussen vol toeristen op wegen zo breed als een fiets in de lengte. Nee, je mist er weinig aan, die beroemde Ring van Kerry.
Vanaf Limerick - die stad hebben we enkel op de verkeersborden gezien - wordt het beter. Ik was wat verveeld en had al zo'n beetje beslist dat Ierland weinig nieuws te bieden had toen we bij de Cliffs of Moher aankwamen. We hebben er overnacht op een boerderij. Het was een wat schuine parkeerplaats vol mest, stukken beton en graafmachines -want verbouwing, grotere parkeerplaats in aanleg-  maar niet zeiken voor 5 euro per dag. De wandeling de volgende ochtend was verbluffend, met een fraaie afgebrokkelde toren als startpunt. Nou is in Ierland alles wat de moeite waard is aan het afbrokkelen, hebben we geleerd.  Spaanse Toren - aan het afbrokkelen. Upper Lake Memorial Sight - brokkeldebrokkel. Vuurtoren Old Head - u raadt het al. 

Het stíkt trouwens van de vervallen kastelen en abdijen. In elke zichzelf respecterende tuin van enige omvang staan de restanten van stokoude huizen, torens, molens en vuurtorens. Het is geweldig om te zien hoe eeuwenoude gebouwen zich maar moeizaam aan het verval overgeven; de gestapelde stenen, aan elkaar vastgemaakt met een mengsel van stro, kippenkak en zand, weigeren domweg te vervallen. 

Nu hebben we een flinke snok naar het Noorden gemaakt en daar zij we blij om. Het landschap is veel rauwer en minder gepolijst -  en wat mij betreft dus een stuk aantrekkelijker dan het zuidwesten. Er wonen beduidend minder mensen - enkel op de mooiste plekken staan er huizen, dikke panden wel te verstaan. Adembenemende passen in de mist en bijna horizontale regen, met opzienbarend gevaarlijke randen en dito rijdende tegenliggers maken reizen hier iets urgents en dwingends. Een foutje met sturen, schrikken van een tegenligger of een onverwacht schaap op de weg kunnen je tripje van een lokale charme voorzien waar ik graag met een bochtje omheen stuur. 

De camper begint als gevolg van de wegen hier langzaam uit elkaar te vallen. Het bedieningspaneel is stuk, dat kan nog gewoon slijtage zijn. Het sneuvelen van (ingepakt!) glaswerk en servies in de kast evenwel geeft te denken. 
Ook in andere opzichten laat Polly haar leeftijd zien; bij stevige wind en langdurige miezerbuien weten elk gaatje genadeloos bloot te leggen. Kleine lekkages her en der zijn het gevolg, ik heb al wat noodkitwerk gedaan maar al met al valt het reuze mee. Het ontbreken van verlichting (het bedieningspaneel...) maken we goed met sfeervolle olielampen, waardoor het Wuthering Heights gevoel enkel toeneemt. 

Het weer is wispelturig maar prima te hebben. De temperatuur komt niet onder de 16 graden, de wind voelt warm; de regenbuien worden doorspekt met blauwe luchten vol dramatische wolken. 
We zijn aangekomen op het schiereiland Achill, het westelijkste punt van Europa. Het land steekt hier dapper de briesende en woeste Atlantische Oceaan in, opgezweept door de wind die naar het westen aan het draaien is. Voor onze camper, tussen de parkeerplaats en het strand, ligt een knokig weiland propvol schapenkak. Het is een ware balanceer-act om ongeschonden het strand te bereiken. Het is vloed wanneer ik dit schrijf; de golven komen met toenemende ernst het strand op denderen en de eerste surfer is al gesignaleerd. 

We gaan de hele Noordelijke helft van het eiland, inclusief het Britse Noord-Ierland, overslaan. Te weinig tijd om het goed te bekijken en inmiddels overtuigd van de noodzaak om hier terug te komen, iets dat ik een week geleden niet verwacht had. Er valt heel veel te zien en beleven. Om te beginnen heeft elk dorp hier zo'n beetje zijn eigen micro-distillery, vaak maar één echt eigen fles in productie. COVID heeft hier, door heel strenge en nog maar kortgeleden opgeheven maatregelen de wereld aardig ontregeld. Een distillery die bijna twee jaar heeft stilgelegen kan binnen de kortste keren niet meer bottelen - in 2025 wordt pas een beetje normalisatie van dit probleem verwacht. Gevolg is wel dat we als koningen ontvangen worden, ze zijn oprecht blij dat nog iemand weet dat ze bestaan. 
Ook van de nationale parken, die stuk voor stuk adembenemend zijn, hebben we nog niet eens de helft gezien. Noord-Ierland is ook een magneet van formaat; Derry (ook wel Londonderry), de Giants Causeway, de Cuilcagh Boardway, Belfast, noem maar op - allemaal nog te bekijken de volgende keer.

Ik heb veel foto's gemaakt, mooie ook. Evenwel, ik heb weinig zin gehad om ze op mijn gemak te bekijken en bewerken, dat mag dit jaar dus als toetje gezien worden in juli en augustus. Ik ben bij momenten serieus ontspannen, meer ontspannen dan ik me in jaren gevoeld heb. Daar moest ik maar eens even van proberen te genieten, er liggen nare tijden achter me. Er is duidelijk weer licht aan de horizon, met vallen en opstaan, één dag tegelijk, eerst lopen en dan rennen, rustig aan dan breekt het lijntje niet, eerst mijn authenticiteit hervinden, gras groeit niet door eraan te trekken, de regie hernemen en meer van dat soort clichés. 

 Emma houdt Hout van Jos overeind, het is drukker dan normaal - had ik niet verwacht maar erg vinden we het nou ook weer niet. Werken kreng.

Groeten uit Ierland

Geen opmerkingen:

Een reactie posten