maandag 8 juli 2019

Sardinië, zomer 2019, deel 1. Italië is geen Europa.

We zijn, voor het eerst sinds mensenheugenis, weer aan onszelf overgeleverd. Geen  gejengel, geen puberaal gezanik, niet strontvervelend want dan-weer-ziek-en-dan-weer-moe, geen gekmakende en niet te honoreren wensen, nul kinderachtige tegenstrijdige belangen, zonder onredelijk gemier, niks van dat alles. 
Tenminste, als ik me een beetje inhoud. 
Ik kan in ieder geval de kinderen de schuld niet geven; voor het eerst sinds april 1996 zijn we weer met zijn tweeën écht op reis. Drie-en-twintig jaar geleden vlogen we, al zwanger van wat Matilde zou worden, naar Mallorca, denkend dat we beseften wat dat betekende.  De laatste keer zonder kinderen op vakantie. Ik kan u vertellen, geachte lezer, dat we geen idee hadden van de gevolgen van het krijgen van kinderen; dat handboek wordt pas uitgereikt wanneer het te laat is om op je schreden terug te keren. 
Na een half jaar achtbaan - ik heb niet zo maar een nieuwe baan, ik heb een achtbaan - werd het tijd voor wat afstand, rust en relativering. De afstand is vrij letterlijk, niet dat we aan de andere kant van de wereld zitten maar het is een tijdrovende bezigheid, met de camper op Sardinië verzeild zien te raken. 

Over die eerste week, geachte lezer, wil ik het nu met u hebben. De reis, voorspoedig als zelden tevoren - er ging niks stuk dat niet thuis al stuk was - is de bespreking niet echt waard. Beaune was prima, het eer was heet, de camperplaats bij Lac de Cenise was net zo mooi als de eerste keer dat we er waren (2013, dat lijkt honderd jaar geleden, na wat we in de voorbije vijf jaren meegemaakt hebben) en de tocht naar de Bloemenrivièra was óók al incidentloos. 
Ik heb mijn oude notities er nog eens op nagekeken. Italianen spreken nog steeds enkel Italiaans. Ook de jeugd, sprak Methusalem, is ééntalig. Waar een paar jaar geleden er een vriendelijke en wat verontschuldigende reactie was - sorry, ik spreek enkel Italiaans, maar kan ik u helpen? - is er een nare  nationalistische reactie ingeslopen die ik eng vind. Er zit een mate van trots en neerbuigendheid in. No. Solo Italiano. Of, nog iets expliciteer, No, solo Italiano, we zijn hier in Italië en je spreekt maar Italiaans. Die speech kreeg ik  (in het Italiaans, dus ik parafraseer - zo goed is mijn Italiaans niet...) van een geüniformeerde verkeersmedewerker in Genua, die de weg stond te wijzen voor een overheidsgebouw, aan de mensen die de ferry's op moeten naar Corsica, Sicilië en Genua. Vast niet allemaal solo Italiano. 
Ze zijn er dus inmiddels trots op dat ze geen woord over de grens spreken. Het gaat zo ver dat zelfs rudimentaire woorden niet begrepen worden - ik vroeg om "water" (Engels) bij een festival aan de bar en kreeg een blik vol onbegrip. Toen ik vroeg of iemand Engels, F rans of Duits sprak (Nederlands laat ik maar even thuis) in die diverse talen, begreep van een groep van zes mensen niemand zelfs maar waar ik het over had. Solo Italiano in het kwadraat.
Dat maakt het bezoek aan de s'Ardia, de paardenrace waarvan ik al foto's postte, bijvoorbeeld tot maar een halve ervaring. In plaats van de gelegenheid om je te mengen tussen de plaatselijke bevolking, je bewondering uit te spreken en samen een biertje te drinken, ben je een opzichtige indringer, kun je niet aanschuiven en zelfs maar een praatje over het weer maken. En dan spreek je vier talen. In Europa. Solo Italiano. Er waren overigens bijna geen toeristen - nou ja, wel locals uit Turijn en zo. Solo Italiano.
Opmerkelijk incident: twéé tankstations achter elkaar weigerden zowel mijn creditcard (Mastercard, niet zo bekend?) én mijn  ING bankpas. De goorste kleine  negorij in Albanië, horror-tankstations in Kosovo vol kogelgaten, vijandige bejaarden met jachtgeweren die miniatuurpompen in de binnenlanden van Kroatië bemannen; Mastercard: No Problem! Twaalf-pomps A-merk tankstation bij Savona: Non Acceptariori Carte. Of zo. Solo Italiano.
Italianen  hebben, zo blijkt, wel wat last van nogal opzichtige gezagsproblemen. Zodra iemand ze aanwijzingen geeft, al is het Berlusconi zelf, gaan ze onmiddellijk in de contramine. Zeg links en ze willen rechts.  Ze parkeren waar het niet mag, laten we niet praten over inhalen en doorgetrokken strepen. Goedbedoelende vrijwilligers bij festivals worden uitgescholden, bijna aangereden, met de dood bedreigd, wanneer ze aangeven dat er verderop plek is. Bemoei je er niet mee! Ik heb twee jaar geleden in mijn blog de Griekse bloedgroep op de ferry van Ancona naar Igomenitsa de schuld gegeven van de kakafonie van meningen, de chaos van het inchecken en de puinhoop van tegenstrijdige borden en instructies.
Geachte Grieken, het spijt me. Diep. Mea Culpa. Op de ferry van Genua naar Sardinië is er sprake van solo Italiano; de puinhoop was er niet minder om. Het ligt dus, is de conclusie, niet aan de Grieken. 
Genua, aanrijdend naar de ferry, is al een levensgevaarlijke chaos van scooterrijders met een actieve doodswens en homocidale chauffeurs van vrachtwagens en bussen. Het ferryterrein wordt niet aangegeven. Als je er dan per ongeluk toch op beland bent moet je de route naar de uitgang - heus - volgen om bij je boot te komen. Dat heb je niet zo snel door. Niemand kan je even helpen. Solo Italiano, ook de bordjes met aanwijzingen. Op een internationale ferryterminal. 
Het boarden gaat, net als in Frankrijk, met onsympathiek toegeblafte instructies. Solo Italiano. Die door de volgende bootwerker dan weer als argument gebruikt worden om je nog nét niet uit je cabine te trekken, hoe háál je het in je hoofd?
Nou heb ik daar niet zoveel ontzag meer voor, we hebben nu zoveel veerboten gehad dat ik wel weet wat er van me verwacht wordt en naar wie ik wel en niet luisteren moet. De arme, wit wegtrekkende ferry-debutanten met gehuurde campers of erger, auto-caravan combi's, vol jengelde, oververhitte en doodvermoeide kinderen, plakkend van snoep en ijs, worden tegen Kerst nog steeds badend in het zweet wakker van breedgeschouderde volgetatoeëerde bootwerkers die "BASTARDO!!" schreeuwen als ze precies de instructie van de vorige bootwerker, 30 meter geleden, uitvoeren. Je haalt ze er 's avonds zó uit; het zijn de schokschouderende, snikkende mannen die trillend bij de bovenste reling van het schip staan te overwegen of ze er overheen stappen of niet. Want ze moeten ook weer terug, bij nadere bestudering van de kaart blijkt Sardinië een eiland.
Opzichtig open deur: het is hier bloedheet. Blijkbaar heter dan anders, zelfs de locals lopen te puffen. Achtendertig graden in het binnenland - we zijn blij weer aan de kust terug te zijn en vandaag was een rustdag, in alle opzichten. Dure camping, zwembad, fikse stroom dus camper-airco. Binnen een steenkoude 24 graden, zodoende uitgeslapen tot kwart vóór elf, wat voor mij een onwaarschijnlijke prestatie is tegenwoordig. Verder een wat bewolkte dag, waardoor het maar nét 32 graden werd.  De was gedaan, de koelkast gepoetst - die heeft het knap moeilijk, op gas doet 'ie het maar zeer matig. De vriezer werkt wel prima dus we gooien alle drankjes in de vriezer zodat we ze kunnen kauwen. 
Morgen gaan we Oristano verkennen. En dan verder zuidwaarts, dag of twee, drie wild kamperen - je kunt hier nog prima op plekken komen waar zelfs het telefoonsignaal afwezig is dus het kan best weer even stil zijn. Next major stop wordt Caglairi, waar ik zeer naar uit zie. Nog 100 km meer richting Afrika, het kan hooguit heter worden.


Tenslotte, and now, for something completely different: nog even terugkomen op mijn vorige blog. Er moet me, gezien enkele in mijn ogen onbegrijpelijke reacties, toch iets van het hart. De fijne en aardige reacties, vol waardering, plezier en steun, waren zeer ruimschoots in de meerderheid, dat moet ik vooral ook niet vergeten te vermelden.

Het idee achter dit blog is de verschijning van onregelmatige publicaties van zaken uit míjn leven en dat van ons gezin, naar ik hoop met ironie en zelfreflectie geschreven, met een grote willekeur van themakeuze - het is immers míjn blog. Ik deel het graag, ik vind het fijn als veel mensen het lezen - en als het je niet bevalt, even goede vrienden, lees het dan niet. Het is in ieder geval niet de bedoeling dat het allemaal al te serieus genomen wordt, ik neem mezelf niet eens serieus. Privé opinie en zo.

De wereld is een ingewikkelde plek. Er zijn regelmatig momenten dat ik weet wat voor bespottelijk plekje niks ik ben in het geheel van tijd en ruimte; even later daarentegen ben ik ook in staat om hartstochtelijk boos te worden over iets vreselijk onbenulligs. Vooral in de auto. Niets menselijks is mij vreemd.
Het is belangrijk dat je stelling neemt, dat je principes hebt, dat je keuzes maakt en daar consequenties aan verbindt. Daar staat tegenover dat het ook belangrijk is om te relativeren, dat je zaken moet proberen in te schatten op relevantie en urgentie en dat je jezelf vooral niet al te serieus moet nemen.
Ach, het leven gaat verder. Zie niet alleen narigheid en doem in dingen. Heb elkander lief. Geloof in de goede intenties van andere mensen, ook al maakt het leven je soms wat wantrouwig. 









Geen opmerkingen:

Een reactie posten