De kleuren van de overal aanhoudend bloeiende oleanders zijn het meest opmerkelijke en herkenbare aspect van de omgeving hier. Van oogverblindend wit via zachtroze naar scharlakenrood, alle varianten, in enorme struiken, overal. De grijsgroene cactussen vormen hier en daar ondoordringbare muren, druppelvormige bladen zo groot als een flinke braadpan en zo dik als een boek, vaak met veel minder stekels dan je zou verwachten. De oude bladen waarop de nieuwe groeien verhouten en zijn steenhard. We hebben een paar cactusbloemen gezien, de meeste staan nog niet in bloei.
De agaves zijn meer dan een meter in doorsnee, in alle varianten geelgroen. Sommige agaves bloeien wél, ze hebben een metershoge groene stengel waarbij de bloemen als een soort van buitenaardse antenne om zichzelf heen draaien. Palmen zijn er in alle soorten en maten, van struikachtige lage varianten tot heel hoge, met dikke stammen.
Tussen de vegetatie door schieten overal groen en bruine hagedisjes door, over de weg, in de berm, onder de struiken. Ze zijn niet zo groot maar hun staart is even lang als hun lijf. Het is moeilijk ze goed te bekijken maar soms zit er een in de zon, die zich onbespied waant. We zijn op de eerste dag een schildpad tegengekomen die op zijn dooie gemak een bloedhete brede weg overstak - gelukkig geen verkeer te bekennen.
Je hoort overal sprinkhanen, het sfeervolle geluid van de subtropen, maar je ziet ze nauwelijks. Af en toe in het dorre gele gras lopend stuift er een wolk op maar van de plaag die hier aan de gang zou zijn hebben we nog niets gezien.
Er zijn veel vogels, in alle maten en soorten. Roofvogels, onbehoorlijk groot, zweven boven de wegen en de rotsen. De flamingo's die we vandaag zagen waren een hoogtepunt; als door een grote hand achteloos uitgestrooid stonden ze in de ondiepe wateren westelijk van Cagliari. Morgen gaan we naar de zoutvelden in het oosten, daar zitten er veel meer, ik hoop mooie foto's te kunnen maken daar.
Cultuurbeesten zijn er niet zo veel. Hier en daar een handvol geiten en schapen die op geiten lijken. Meer rundvee dan ik had verwacht. Ik zie dit soort eilanden toch vooral vol met schapen, maar aan de westkust in ieder geval hebben we flinke rundveebedrijven gezien, met in de wei soms indrukwekkende en goedverzorgde, fraaie stieren. Huisdieren zie je ook niet zo veel. Een kat hier en daar, soms heeft iemand een hond - maar echt beduidend minder dan in Nederland.
De omgeving is moeilijk in woorden te vangen. De westkust, die we nu achter ons laten, is een aanhoudend haasje-over van prachtige baaien en dorpen aan zee met meteen hoge en woeste heuvelgebieden. Je rijdt het dorp uit en de pas begint; tien minuten later ben je zeshonderd meter boven zeeniveau en begint de afdaling naar het volgende kustdorp weer. Je legt hemelsbreed zes kilometer af en maakt 1200 hoogtemeters. De rotspartijen en heuvels zijn grimmig, rauw en indrukwekkend; de wegen eisen aandacht, met steile klimmen, scherpe bochten en geschifte locals die met een rotvaart rondscheuren. De rotsen hebben alle kleuren van bruin tot oud-rose, grijsgroen tot rood en bijna zwart.
Je wordt beloond met onwaarschijnlijke uitzichten, fraaie binnenmeertjes maar vooral toch steeds weer de magische zee, in alle mogelijke en onmogelijke kleuren azuurblauw, ademend, levend, steeds nieuw, nooit saai.
De wind is wispelturig, zowel qua kracht als qua richting. Het kan een onverwacht briesje zijn op het heetst van de dag, waar je naar snakte zonder het te weten en dat dan plots een verkoelende opluchting blijkt. Het kan plots zó hard waaien dat de golven van de meren en baaien flink opgestuwd worden, er schuimkoppen op staan - om even later weer bladstil te liggen, waardoor de hitte weer spijkerhard toeslaat en je tempo halveert. En je desondanks dermate overvloedig transpireert dat drie liter water per dag geen overbodige luxe blijkt. Op dit moment neem ik op de heetste dagen mineralensupplementen omdat ik hoofdpijn krijg als ik mijn verlies met enkel water aanvul. Dit is geen vergeeflijke omgeving.
De wegen zijn stoffig en versleten. Álles is versleten, je ziet weinig nieuwe dingen. Ik geloof niet dat ik al één modern ding gezien heb - nou ja, de nieuwe Jaguar MPV reed vandaag door de stad hier. Gebouwen, straatmeubilair, muren, trappen, pleinen - alles is oud, stoffig, versleten. De verkeersborden zijn zó door de zon geblakerd dat je de getallen soms niet meer ziet - en dan staat er dus een "verboden voor alle verkeer" rond wit bord met rode rand plots midden in het niks langs de weg. Bij nadere bestudering blijkt er ooit "70" op gestaan te hebben.
Die wegen, ze zijn ook betrekkelijk. Doorgaande wegen veranderen in kilometerslange onverharde wegdelen - het navigatiesysteem geeft zakelijk aan dat je niet harder dan 90 mag waar je met de camper dan dus ongeveer 15 kilometer per uur haalt. Als je tenminste heelhuids door de ruscello Rosso, de lokale rivier, en de verderop gelegen tweede beek waar ik de naam niet meer van weet, gereden bent. Eeen vierwiel aangedreven camper is niet écht overbodig hier.
De stoepen zijn verzakt, zebrapaden zijn weggesleten, de wegen brokkelig, het onderhoud is een patchwork van reparaties, steeds een nieuw lapje op een nieuwe beschadiging. Huizen en fabrieken staan leeg, staan langzaam tot stof te vergaan. De huizen zijn dan vaak projecten waaraan wel begonnen is maar het geld was zeker op of zo - er staat enkel een casco. De fabrieken zijn failliet gegaan en verlaten, niemand sloopt hier iets, het wordt gewoon aan zijn lot overgelaten.
De kleuren van de huizen zijn prachtig, zandkleuren, aardekleuren, soms pasteltinten, blauw en geel en groen en oranje, met pleisterwerk dat er authentiek vanaf aan het donderen is. De dorpen liggen er vreedzaam en stil bij als we passeren - we hebben airco in de cabine dus we reizen vaak op het heetst van de dag, als iedereen zich terugtrekt in de koelte van die gepleisterde dikwandige woningen.
De taal is voor mij een echo van woorden die ik denk te herkennen. Medische termen komen uit het Latijn, daar ken ik er wel een paar van. Ik spreek Frans, Engels en Duits. Aan Duits heb je qua associaties niets (net als Nederlands, de herkenbare woorden zijn altijd import) maar Frans en Engels, samen met mijn ziekenhuislatijn, maken dat ik veelal dingen herken en grofweg weet waarover het gaat. Mits het tempo laag ligt. De echo's zijn evenwel spoken, de woorden kloppen maar deels. Een oude man sprak me aan toen we door Oristano liepen, wijzend naar de hond, sprekend over La Lingua Del Cane (vast grammatikaal niet helemaal goed, maar u begrijpt me, beste lezer). Ik dacht dat de mant toch niet helemaal goed snik was; hoezo, de taal van de hond? Linguistiek, de kennis van taal, en Language, de Engelse term voor taal, ik dacht toch zeker te weten dat hij wat in de war moest zijn.
Later begreep ik het pas. La Lingua: De tong - die inderdaad indrukwekkend naar buiten hing, hijgend van de hitte. Associatie is misschien toch niet altijd de makkelijkste manier om een taal te interpreteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten