donderdag 28 april 2016

Coniston, Cumbria. The Lake District

 Het weer is zó wispelturig dat de dagen er langer door lijken te duren. Op één dag: ’s ochtends strakblauw, glashelder en stralende zon; kort daarop gevolgd door donker grijsgrauwe onweersluchten, waardoor het bijna donker wordt, gevolgd door hagel- en sneeuwbuien. Even zo vrolijk piept de zon weer tevoorschijn – nog geen half uur nadat elk moment de zondvloed leek uit te gaan breken heb je prachtige periodes met zon, omlijst door knerpend witte wolken die pijn aan de ogen doen.

Vanuit Oswaldkirk zijn we via de Abdij van Rievaulx naar Grassington gereden. Niet dat die namen jullie veel zullen zeggen maar ze klinken zo lekker. Wood Nook Camper Park, Skirethorns, Grassington om precies te zijn. Een boerderijcamping van de oude stempel maar met formule-1 WIFI, tot grote vreugde van de kinderen. Vanuit Yorkshire Moors natural park naar Yorkshire Dales natural park. In North Yorkshire. Bent u er nog?
Rievaulx Abbey is een enorme ruïne waar je, naar goed Engels gebruik, gewoon doorheen mag lopen zonder dat er om de haverklap een zenuwachtige suppoost loopt te piepen en te verbieden, zoals bij ons te doen gebruikelijk. Fraai, middeleeuws in sfeer en grofheid, mooie foto’s kunnen maken – vind ik zelf. 



Vanuit Rievaulx naar Brimham Rocks. Een rotsformatie die in de vallei tussen Moors en Dales ligt, mooie omgeving, makkelijk klimmen, uitgestorven; alleen een klasje brave Engelse schoolkinderen kreeg een cursus teamwork van de lokale gids. 


Op de rustdag – dat betekent: geen camperkilometers - hebben we een geweldige wandeling gemaakt over een heuvelrug achter Wood Nook, richting Kilsney. Daar ligt namelijk een forellenkwekerij. Alwaar tussen de buien door 5 forellen gehaakt en geslacht zijn die we des avonds al – vis moet vers zijn – verorberd hebben. Het was een tering-eind lopen maar niemand geklaagd en iedereen blarenvrij terug.



Gisteren zijn we via Malham – Gordale Scar, een lieflijke kloof met een mooie waterval, (waarachter een elfenprinses woont – je zou het geloven als je er bent) overgestoken naar het gewest Cumbria, alwaar het Lake District te vinden is. Die oversteek had wat voeten in aarde. Dwars door de heuvels van Yorkshire rijdend, hellingen alom. Dat is niet zo erg behalve wanneer je met 4 ton aan camper op een smalle steile helling moet stoppen achter een bange bejaarde. Nou had hij reden om bang te zijn; er lag 5 centimeter sneeuw op de weg. Ja heus. Als je mij niet geloogd, vraag het maar aan de kinderen. Eenmaal zonder momentum was er voor ons geen weg voorwaarts meer. Ik heb mijn rijvaardigheid bewezen door een meter of 50 te glibberen door een straatje met aan weerszijden die heerlijke pittoreske stapelmuurtjes. Achteruit. Met een bocht erin. En gekeerd op het eind. Geen schade.



We hebben overnacht in een dorpje net voorbij Windermere, op de parkeerplaats van een park vlak bij het meer. Vroeg naar bed, allemaal doodop.

Vandaag is het weer pas écht kwalitatief uitermate teleurstellend. Aanhoudende regenbui, van vanochtend tot nu zonder onderbreking. We zijn verkast naar een camping, naast Coniston Water, een kleine kilometer zuidelijk van Coniston. Emma en Stijn zijn nu, met een grote paraplu, te voet onderweg om dat dorpje aan een nader onderzoek te onderwerpen. Lilian doet de was samen met Charlotte. Ik zit te bloggen en te nippen van mijn nieuwste aanwinst: ik heb me bezondigd aan een 30 (!!) jaar oude blended Scotch, Tasgall, eigen merk van ASDA. Tasgall betekent Cauldrun Of The Gods, de ketel der Goden. Nou weet ik dat zo net nog niet maar verrekte lekker, dat is ‘ie wel. De groeten, ik ga er nog een kleintje van proeven. 



zondag 24 april 2016

Oswaldkirk, North Yorkshire

Goed. Dag 2 zit erop. We zijn onderweg, geen onvoorziene gebeurtenissen. Sitard- Rotterdam, beetje file, verder geen gedoe. De check in bij P&O was een verademing. Vriendelijke, meertalige loket- en douane-medewerkers die behulpzaam en attent ervoor zorgen dat alles soepel loopt. Het is alweer bijna gewoon om de ferry-stress die je te wachten staat wanneer je in Calais of Duinkerke aan boord gaat, als de natuurlijke gang van zaken te accepteren. Dat, mes dames et messieurs daar in La Douce France, blijkt evenwel flauwekul. Het kan ook simpathique, mes amis. Stelletje eikels daar.

De hond in de kennel, dat was ook voor het eerst. Het oude mormel echter vindt eigenlijk alles wel goed, alleen van de dierenarts raakt hij nog van het patje. De dames in het gezelschap hadden er dan ook meer moeite mee dan de al kalm induttende hond in het betraliede hokje.

Rustige overtocht, weinig wind en dus weinig deining. Ontschepen, praatje bij de douane, op richting vliegveld. Terug om de hond te halen (nee hoor). Stijn landde precies op tijd en door de omvang van het vliegveld en de onwaarschijnlijke drukte kon hij zó uit het vliegtuig de camper in wandelen. Vrijdagavond om 18 uur vertrokken in Madrid, zaterdagochtend om 09u30 in f@cking Hull. Het jong was wat moe ervan, te meer dat hij net vier dagen schoolreis en de bijbehorende slaaptekorten er op had zitten. Ach, het is zestien, komt wel goed.

Waar je niet naar toe moet gaan, dat is Bridlington. Een kustplaatsje, noordelijk van Hull, waar er dertien van in één dozijn passen. Een helse metamorfose van wat ooit een mooi en pittoresk havenstadje was, nu verworden tot een verpauperde toeristenval met een continue verbleekte kermis en overal vreettentjes - echt om de deur kun je iets vets te eten kopen. Dikke, overal  gepiercete (ook op plaatsen die je nou niet per se hoeft te zien maar desondanks wel te zien krijgt) en volgetatoeëerde bezoekers - laten we het arbeidersvolk noemen. Lawaaiige, lompe en lelijke mensen, Engeland op zijn onaangenaamst en onaantrekkelijkst. 


Een stukje verderop, net als je het dorpje uitloopt, zie je ineens weer de Victoriaanse panden langs de boulevard, een prachtig nieuw aangelegd sport- en recreatiecentrum dat er geweldig tussen past en een breed, ongerept strand waar maar weinig mensen zijn. Misschien tweehonderd meter bij de ellende vandaan. 
's Avonds hebben we een overnachtingsplek opgezocht die er op Google Maps aantrekkelijk uitzag - en in het echt nog meer. Van de hel in de hemel. Aan de voet van een fraaie witte vuurtoren, bovenaan hoge kliffen op een mooi vlakke parkeerplaats. Het werd wel allengs kouder - en de wind en regen namen ook toe. Dat leverde een onstuimig eerste nachtje op. Stijn heeft zijn vuurdoop wel gehad. 


Vandaag wat getoerd. Are you going to Scarborough Fair? Parsley, Sage, Rosemary and Thyme. Remember me to one who lives there. She once was a true love of mine. Ik heb rozemarijn gekocht. In Scarborough. Nou ja, in Whitby, maar dat is bijna hetzelfde. 
Deze reis wordt anders dan anders. De afstanden zijn zeer beperkt; dat is nieuw. Dat verandert de aard van de dagen; waar voorheen een flink deel van de dagen opging aan het maken van kilometers, zijn we nu best snel van het ene naar het andere reisdoel. De tussenstops - vooral watervallen, heuvels, kastelen en mooie wegen om te toeren - liggen dicht bij elkaar, waardoor je er best een paar op een dag kan zien - maar ja, een mens kan maar zó veel kastelen per dag verwerken. Eens kijken hoe dat gaat de komende dagen.

Het weer wordt niet best. Vrij grauw, wel veelal droog maar vooral ook KOUD. Het gaat vriezen 's nachts. KAK, zou Rubendepuben zeggen. Ik heb qua trui wellicht wat optimistisch ingepakt, zeg maar géén trui. En al helemaal geen dikke jas. En laat ik ook maar pro-actief LPG tanken deze week dan, lullig om vast te vriezen aan je campermatrasje als midden in de nacht de kachel er mee kapt. 

We zullen zien, jullie zullen het wel lezen. Alvast maar wat foto's op FB. Tot snel.



zaterdag 9 april 2016

Yorkshire Dales en Lake District: Voorpret - alsnog.

Dit voorjaar gaan we dus alsnog - twee jaar na de oorspronkelijk geplande reis - naar het noorden van Engeland; Yorkshire en The Lake District. 
Ik gebruik doodleuk (deels) de blogtekst van 2 jaar geleden nog eens, ik schrijf immers tijdloze en - voor de vier mensen die de vorige keer gelezen hebben- zeer herleesbare teksten. Daarnaast ben ik heel bescheiden. 

The Lake District dan. 
Het district van de meren is ook een gebied vol bergen. Misschien zou het beter The Mountain District With Some Lakes heten. Het wordt gezien als de moeder van de bergsport. Nee, alpinisme is niet ontstaan in de Alpen; daar was de vaardigheid om met de bergen overweg te kunnen een survival skill. In de 19e eeuw in het Verenigd Koninkrijk begonnen de eerste contouren van wat modern toerisme zou worden, zich te laten zien. Bergbeklimnmen was een manier om, nadat oorlogvoeren (tijdelijk, dat wel) en duelleren minder gangbaar waren geworden, je heldhaftigheid te bewijzen. Natuurlijk was het de upper class die als eerste de tijd vrij kon maken om, in plaats van werk te verrichten, elitaire hobby's als trektochten door onherbergzame delen van het Verenigd Koninkrijk er op na te houden. Terwijl in de Alpen de enige noodzaak om een alp te beklimmen het redden van een prijsgeit was, hield men in de Angelsaksische traditie er andere ideeën met betrekking tot noodzaak op na. Why climb that mountain? Because it's there! Zo hebben ze de halve wereld ontdekt, veroverd en als eerste beklommen (Hillary - Mount Everest) of bezocht (Shackleton - Noordpool, wel dood, shit happens).

De hoogste berg van Engeland ligt in the Lake District. Scafell Pike is 3200 voet hoog. Beklimmen is een optie maar op en af is een dagtocht en ik denk niet dat ik de dames zo ver krijg om vroeg op te staan, de hele dage eerst bergop te ploeteren en als beloning 's middags het hele end weer naar beneden te lopen. Ik zal wel een wat bescheidenere piek opzoeken - bij voorkeur met een Primark op de top. De hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk ligt trouwens in Schotland - dat terzijde. 

Alfred Wainwright (1907-1991) heeft vanaf 1952 zijn leven lang gewerkt aan reisgidsen voor The Lake District. Als jonge man, van zijn eerste spaarcenten samen met zijn neef op een trektocht door het gebied in de vroege  jaren '30 van de vorige eeuw was hij er dermate door gefascineerd dat hij de rest van zijn leven is gaan lopen. Hij liep als kind al veel; wandelingen van 20 mijl waren heel gewoon. Geschat is dat hij in zijn leven meer dan een half miljoen mijl (zo'n 800.000 kilometer) gelopen heeft. In het Verenigd Koninkrijk. Na zijn pensioen ging hij pas goed los. Hij vestigde zich midden in het district en ging aan de slag. Iedere dag om vijf uur in de ochtend er uit, om 9 uur 's avonds terugkomen bij zijn zus - natuurlijk was hij een ongehuwde monomane gek- aan wie hij dicteerde wat hij die dag allemaal had gezien.

Toen hij in 1991 stierf liet hij een collectie reisgidsen achter van het Lake District. Het zijn bijzondere gidsen; ze zijn uitgegeven in het pietepeuterig precieze handschrift van zijn zus, met er kris-kras tussen alle schetsjes en tekeningen die hij in zijn aantekenboekjes achterliet. Ze worden nog steeds uitgegeven, ik wil er graag eentje kopen. Ondertussen loopt een andere, minstens even bejaarde en eveneens zeer excentrieke Brit alle tochten van Wainwright nu na; hij corrigeert voor nieuwe en verdwenen paden, zodat de gidsen actueel blijven.
Dat het Lake District een inspirerende en indrukwekkende omgeving is, blijkt uit het aantal kunstenaars dat zich heeft laten verleiden om te proberen het landschap te vereeuwigen. William Turner, Sidney Richard Percy, om er maar eens twee te noemen.



Het meest beroemd in de Angelsaksische cultuur evenwel zijn de gedichten van William Wordsworth over het gebied. Het allerberoemdst is Daffodils. Zoals bijna iedereen in Nederland de regels van Marsman ("Denkend aan Holland zie ik breede rivieren, traag door oneindig laagland gaan" (etc)) kent, zo kent elke Brit wel een strofe uit het onderstaande gedicht:

Daffodils (by William Wordsworth) 

(1804)


I wander'd lonely as a cloud,
That floats on high o'er vales and hills,
When all at once I saw a crowd,
A host, of golden daffodils
Beside the lake, beneath the trees,
Fluttering and dancing in the breeze.

Continuous as the stars that shine,
And twinkle on the Milky Way,
They stretch'd in never-ending line
Along the margin of a bay
Ten thousand saw I at a glance,
Tossing their heads in sprightly dance.

The waves beside them danced; but they
Out-did the sparkling waves in glee
A poet could not but be gay,
In such a jocund company
I gazed - and gazed - but little thought
What wealth the show to me had brought

For oft, when on my couch I lie,
In vacant or in pensive mood,
They flash upon that inward eye
Which is the bliss of solitude
And then my heart with pleasure fills,
And dances with the daffodils.




Ik ben niet zo van de hogere cultuur maar dit vind ik wel een mooi - en nog opvallend begrijpelijk en leesbaar, 210 jaar oud! - gedicht.  Weet iemand trouwens wat "jocund" is?

De camper staat geld te kosten in de garage in Budel. Het ding wordt uit de winterslaap gereanimeerd en voor APK en enkele kleine verbouwingswerkzaamheden. Een oudere camper mankeert altijd wat. 

En dan. En dán. Dan gáán we weer. Het Verenigd Koninkrijk, briljante combinatie van gevarieerde hartverscheurend mooie landschappen, eeuwenoude cultuur, bruisende steden en vooral uiterst aardige inwoners. Deze keer naar de Yorkshire Dales om te beginnen. Het hiervoor beschreven Lake District is voor de tweede helft van de reis. Yorkshire is het prachtige heuvelgebied waar James Herriot dierenarts was - voor de fossielen onder ons. We beginnen in de North York Moors; dat is het gebied waar Wuthering Heights van Emily Bronte zich afspeelt. Ja ja, dat is dat verhaal waar Kate Bush over zingt in de gelijknamige classic, van Heathcliff en smachtende boezems en zo.

De nieuwe versie van Google Maps werkt goed mee voor de rondtrekkende reiziger. Je kunt eigen kaarten maken met spelden erop waarbij popups komen die je zelf kan inrichten met tekst en webadressen, zodat je alles wat in de voorbereiding de moeite van het bekijken waard lijkt, aangevinkt en toegelicht kan worden. Als je daar klaar mee bent, kun je de route grofweg uitzetten aan de hand van je markeringen.

Alleen de namen al. Scarborough, Middlesborough, Whitehaven. Buttermere,Windemere, York, Haweswater, Uilswater. Veel Britser wordt het niet. Er zijn zó veel must-see markeringen op mijn kaart nu - drie jaar kunnen sprokkelen immers - dat we eigenlijk 5 weken nodig hebben om alles te zien. In tegenstelling tot het oorspronkelijke plan gaan we dan ook niet naar het zuiden, richting London; we blijven in Noord-Engeland en vertrekken met dezelfde ferry als we mee gekomen zijn.

We varen van Rotterdam naar Hull. Opnieuw nachtboot, 's avonds inchecken, lekker pitten, 's ochtends uitgerust aan land in Groot-Brittanië. Meteen Ürlaub, zogezegd (don't mention the war!). 

In Hull rijden we vanaf de boot naar het lokale vliegveld. Dat is aan de zuidkant, over de diepe voor die de monding van de River Humber in de oostkust van Engeland snijdt. We moeten namelijk onze gast ophalen. Stijn, Emma's vriend, komt op vrijdagavond van zijn schoolreisje  naar Madrid (!) terug - een uurtje nadat de boot uit Rotterdam wegvaart. Nou werkt papastijn bij Air France KLM - wat vliegen zoiets als fietsen maakt daar in Uithoorn. Stijn wordt dus 's ochtends op de vlucht van Schiphol naar Hull gezet en komt precies aan als wij de lokale Airport naderen. Humberside Airport, om precies te zijn. Ben benieuwd of ik de juiste terminal kan vinden van dat megavliegveld.

Ik zal jullie op de hoogte houden van onze vorderingen. Zowel in beeld als in woord.