vrijdag 8 juli 2022

Pont-a-Mousson (Brug bij de Moesel...), 25 km zuidelijk van Metz, Frankrijk

Al weer een tocht van 4000 kilometer, tegen de tijd dat we thuis komen. De 35 kilometer Noordzee en 1050 kilometer Atlantische Oceaan (van Portsmouth door de Golf van Biskaje) heb ik nog niet meegeteld. Het is een lange reis, de vergetelheid die dat met zich meebrengt is heerlijk. Ik reed vandaag op de fiets onder een viaduct met een doorkijkje door en moest denken aan het Guggenheim Bilbao, waar ik van een vergelijkbaar doorkijkje (met een onvergelijkbaar uitzicht) een foto maakte. Het lijkt een andere reis geweest te zijn maar het was toch echt in week één van deze tocht. 

Op de achtergrond is een bandje aan het soundchecken, aan de instrumenten te horen een lokale variant op Rówwen Héze (vast verkeerd gespeld, qua streepjes). We staan op een camperplaats aan een binnenhaventje (aan de Moesel dus) in zeer internationaal gezelschap. Natuurlijk veel Fransen en Hollanders, maar ook Britten en Spanjaarden. Het wordt vast een gezellig feestje hier, vanavond. Ik zal mij over mijn weerzin heen zetten en andere mensen ontmoeten. 

Het meest bijgebleven van deze tocht zijn twee opmerkelijke observaties. Ten eerste: het aantal (vaak onbehoorlijk) grote roofvogels dat ik zag, volstrekt ongehinderd door welke vorm van ornithologische kennis dan ook, is onwaarschijnlijk. In de bergen in Spanje, maar ook nog tot hier in het betrekkelijke noorden van Frankrijk. Het gaat voortreffelijk met de roofvogelstand, vanuit mijn beperkte perspectief waargenomen. Ten tweede, al gemerkt in Lourdes (maar daar kon het nog aan heilig vuur geweten worden) maar ook aan de kust bij Perpignan, in het binnenland in het Central Massif en nu hier, net onder Luxemburg: de hoeveelheid beleefde, vriendelijke, attente en sympathieke (en soms zelfs Engels sprekende!) Fransen die ik tegenkwam. Er is een omslag van ongekende omvang gaande hier. Les Bleus zijn zich naar de wereld toe aan het wenden. Het moet niet gekker worden.


Ik had het al even over vergetelheid. Doordat we eigenlijk nooit ergens langer dan 2 nachten staan (en meestal al na één nacht onze biezen pakken, veelal op verzoek van de buren), verandert de hoeveelheid aan overnachtingsplekken ook in een brei van "waar was dat ook al weer, met dat watertje?" en "die plek met die harde douche". We hebben misschien 4 keer 2 nachten op één en dezelfde plek doorgebracht, in totaal 29 nachten, dus dat komt neer op zo'n 24 verschillende overnachtingsplekken. Tel daarbij op dat we vaak 's ochtends niet weten waar we 's avonds ons kamp opslaan, dan kun je je voorstellen dat een hele stoet aan plekken al weer vergeten is vóór we goed en wel het terrein afgereden zijn. De reis, dát is het doel. We rijden de op de kaart mooiste (en vaak ook meest uitdagende) wegen en veranderen van bestemming en zelfs regio in een vloek en een zucht. Vooral het teleurstellende weer in de bergen westelijk van Baskenland heeft ons naar het goede weer in het zuidoosten laten rijden, waardoor we Segovia (ga daar heen!) hebben mogen ontdekken. 

Het was geweldig om overal de voorbereidingen op het hoogseizoen te zien en nog geweldiger dat het geen hoogseizoen was. Als je kunt, maak dan deze reizen in juni of september. Het is goed voor je bloeddruk, je beurs want laagseizoen tarief, je kunt nog eens een foto maken zonder vierhonderd één en dertig vreemden in beeld, Er zijn geen blèrende kinderen (want die zitten nog op school, hoera!) en er is ruimschoots plek op de campings, De camperplaatsen, dat luistert wat nauwer, want veel Boomers zijn onderweg en die hebben nog wel eens een camper, dus die kom je nogal tegen. 

Reizen met de camper is onze bestemming. Nog 7 jaar, dan kunnen we ons leven wijden aan deze vorm van wereldverkenning. Als we de diesel kunnen betalen. Of een elektrieke camper.

Eerst nog even de nabije toekomst. Volgend jaar willen we naar het oosten, niet té dicht bij de grens met Oekraïne maar ook niet te bang. Stukkie zuiden van Polen, Tsjechië, Slowakije. Erts gebergte, Tatrzanski Park Narodowi, Belianski Tatri, Karpaten. Misschien via Hongarije (maar wel maar héél even, want Órban) naar Roemenië, het Karpatengebergte daar. Maar da's heel ver. Misschien moeten we dan gewoon 6 weken gaan. Of 8. Of zo.


woensdag 22 juni 2022

Middle of Nowhere, zo'n 30 kilometer van Soria, Castilia e León, Spanje


Spanje is kolossaal. Spanje is zandkleurig, okergeel, warm oranje, terracotta, marsrood. Spanje is geweldig. Spanje is leeg, verlaten, eenzaam, uitgestrekt en prachtig. De landschappen zijn warm en goudgekleurd. Het graan wordt al binnengehaald hier; de oogstmachines poepen keurige blokken stro in de gemaaide velden. De stofwolken laten zien waar de tractoren met de aanhangers vol graan, veelal gerst, rijden. 

De omgeving verandert snel onder het rijden. De dorpen zijn gemaakt van de klei waar ze op staan; soms zie je de overgang van rots naar huis niet eens. Stadjes en gehuchten zijn deels verlaten, de vervallen - maar ook de goed onderhouden - huizen, schuren en stallen staan als een slecht gebit door elkaar. Schots en scheef. Met dikke houten deuren waarop enorme grendels zitten - en de scharnieren aan de andere kant van het houtwerk zijn doorgeroest. 

We hebben er nu zo'n 950 kilometer op het Iberisch schiereiland er op zitten en de stemming zit er lekker in, zoals u kunt lezen. 

Het Guggenheim Bilbao voldeed volmaakt aan de verwachtingen. Jeff Koonz, hofleverancier, beheerst het beeld van de voorzijde met een enorme hond van bloemen- en de glazen tulpen die hij maakte liggen op een plateau aan de zijkant te blinken. Een onwaarschijnlijk mooi en complex gebouw, dat op zichzelf al een bezienswaardigheid is, bevat een hele mooie tijdelijke expositie van de mooiste auto's ooit gemaakt. Ik was nogal blasé. Ik hou best van auto's, hoor, maar de culturele waarde van de Citroen DC2 en de Renault 4 , dat weet ik onderhand wel. Het Guggenheim zou zijn naam niet waard zijn als ze er niet iets meer van gemaakt hadden. Ik wilde de expositie even kort doorlopen maar de tentoongestelde vierwielers waren dermate bijzonder en zeldzaam dat mijn tempo alleen maar afnam. Djiezus. Ik weet genoeg van auto's om écht zeldzame klassiekers te herkennen - meestal van foto's en van Top Gear. Ze stonden er gewoon. Allemaal.  Live. Startklaar. (Ook de expositie met potloodwerk van Seurat was overigens erg mooi en een les techniek waar je stil van werd).

Toch was dit indrukwekkende zootje blik niets in vergelijking met het grootste kunstwerk dat ik ooit zag. Richard Serra zette meteen bij de bouw van het museum in een enorme zaal, prachtig in het gebouw opgenomen, reusachtige metalen vormen neer waar je tussendoor kunt lopen. Woorden schieten te kort. Echt, met geen pen te beschrijven. Torqued Ellipses I, II, IV, V, VI (1996-99), Double Torqued Ellipses I, II, III (1997-99) and Snake (1996). Gaat dat zien.



Bilbao is een aangenaam rommelige stad, niet vies of verpauperd, wat bij menig rauwe havenstad al snel het geval is. De binnenstad is klein, overzichtelijk en aantrekkelijk. Richting het station kom je door een minder guur deel van de stad, waar de sfeer wat grimmiger is - veel rondhangende kanslozen, nog meer politie en meteen een patjepeeër die Lilian's tas even testte op rolbaarheid. Vruchteloos, gelukkig. 

Vanuit Bilbao naar het westen, zoals gepland, was een fraai idee. Op papier. Beroerd weer - het had Nederland kunnen zijn ware het niet dat het daar 30 graden was. Nauwelijks 20 graden, 6 uur regen per dag, harde wind en gelijkblijvende vooruitzichten. 

De echte camperreiziger wordt dan in ons wakker - waar is het weer beter en waarom zijn we daar niet? Dus de Pico's, het natuurgebied waar alpenhoge bergen en wintersportgebieden adembenemend de zomer liggen door te brengen, zijn geschrapt. Dat is niet zo'n ramp - het is nu al duidelijk dat de ferry van Portsmouth naar Bilbao in de toekomst het herhalen waard is, dus die Pico's, die komen wel.

Op mijn reservelijstje stond Segovia. Dat was al afgevallen - te ver naar het zuiden. Elk nadeel heeft zijn voordeel; het weer in Segovia was een stuk beter en driehonderd kilometer de verkeerde kant op, ach, een kniesoor die daarop let. 
En een succes was het. Wát een prachtige stad, een enorm, ongeschonden Romeins viaduct in het centrum als blikvanger. Kijk vooral ook naar de foto's op Facebook. Als ik ze post, nabewerking moet eerst nog. 's Avonds gegeten op een terras aan een grote trap; aan de voet daarvan was een podium opgesteld waar El Canto De Bobo, lokale helden, een concert gaven. Temidden van de luide klanken kwamen twee dames op leeftijd bij ons zitten. We hebben veel plezier gehad met ze. Door de herrie konden we elkaar niet verstaan. Het feit dat ze enkel Spaans spraken - en daar mee rap door gingen alsof wij dat ook konden - hielp evenmin mee. Google Translate was de grote verbroederaar. Erg leuk. 


Vanuit Segovia zijn we nu zo langzaam aan richting Pyreneeën aan het trekken. Dat gaat vooralsnog iets te vlot, dus we zwiepen nog een stuk naar het oosten morgen. Gisteren hebben we aan een onwaarschijnlijk idyllisch riviertje, met rotsen in de stroomversnelling waar je op kon zitten met je voeten in het glasheldere water, een heerlijke middag en doodstille nacht doorgebracht.  
De planning is wat lastig. Op 29 juni is in La Rioja (inderdaad, van de wijn) een feestje waarbij de lokale, in het wit geklede bevolking zijn 65 duizend liter wijn over elkaar heen gaat lopen kiepen. Daar wil ik, qua foto en zo, best graag naar toe maar dat is nog een hele week, dus dat gaat wel flink in de Pyreneeën-tijd snijden. 
We zitten nu op een vrijwel uitgestorven enorme camping. Luid tsjirpende cicaden, strodroog gras, iets dat op olijfbomen lijkt. Ik ben deze plek al vergeten - en we moeten morgen nog vertrekken. Er komt vast wel weer een verrassing op ons pad, zoals vandaag een dorp dat San Esteban de Gormaz heet. Uit de rotsen gehouwen woningen onder een volledig vervallen kasteel. Oogverblindend mooi. 

Tenslotte wil ik het kort over de vogels hebben. Jeetje. Waarte beginnen. De ooievaars, dan maar. Bij ons heb je tegenwoordig minder mussen dan hier ooievaars. Overal, soms met zijn tienen tegelijk, in weilanden, op slordige enorme nesten, overvliegend,  je kunt je niet omdraaien of er zit een ooievaar. Er zijn ook veel roofvogels, soms onthutsend groot, wouwen denk ik. In de categorie kleine k#tvogeltjes kun je je hier ook vermaken; met befjes, kwastjes, kleurtjes, kuifjes, wipstaartjes en/of een combinatie van dit alles. Ik ga een lokaal vogelboek kopen zodat ik een beetje weet waar ik het over heb. 

Tot zover. O ja; er wordt niet aan mijn baard gelikt. Speciale mededeling voor mw. W. F. 




dinsdag 14 juni 2022

Bilbao, Baskenland. 14 juni 2022.

 Ik heb toch het idee dat ik me nader moet verklaren. De fans van dit blog zullen me onderhand toch enige onduidelijkheid verwijten. Wat doe je nou? Waar ben je? en waarom? Je was toch?!? En nu weer iets anders? We houden het niet meer bij Jos, leg nou eens uit, we willen zo graag horen wat er allemaal gebeurt!

Een lange lijst van fanmail van die strekking maakt dat ik dit blog als een soort open brief aan mijn Josjonista formuleer. Iedereen die ooit een van mijn boeken, albums of andere media aangeschaft heeft en me al jaren trouw volgt als rechtgeaarde fan heeft immers recht op een blik in mijn ziele-roerselen. Dat heb ik geleerd van iconische voorbeelden uit de Nederlandse cultuur, zoals van rapper Donnie, om maar eens een van mijn helden te noemen.

Mijn leven is al een poos een achtbaan, zoals velen van jullie weten. Doodlopende carrière-sporen, gezondheidsgedoe, een nieuwe start in de vorm van een eigen bedrijf, een bijbaantje bij de GAMMA; ik kan het zelf ook allemaal nog maar moeilijk volgen. Ik ben, kortom, druk bezig mezelf opnieuw uit te vinden; op álle vlakken, dus ook waar het gaat over de wat meer geprononceerde kantjes van mijn, uhm, aard en persoonlijkheid. Dat gaat allemaal met vallen en opstaan, het zijn vermoeiende tijden; zo'n midlife crisis gaat een mens niet in zijn koude kleren zitten. En dan heb ik het nog geeneens over de pillen gehad. 

Vandaar dat ik steeds uitzie naar de belangrijkste van mijn uiteenlopende activiteiten. Het reizen. Ik weiger categorisch om wat we, Liel en ik, doen, als vakantie te omschrijven. Epische trektochten door onontgonnen gebieden van Europa vakantie noemen, daar gaan we niet aan beginnen. Columbus, Vasco da Gama, Maegelhaes - die noemden het ook geen vakantie. Dat is ook de reden dat ik een woeste baard aan het kweken ben, dat past qua imago beter bij de ontdekkingsreiziger in me. Ook de timmerman-in-wording heeft een baard, zegt mijn personal-presentation-consultant. Vandaar de aanhoudend toenemende gezichtsbeharing. Ik heb een barbier in Sittard gevonden, typisch klein authentiek shopje, sorry kan ik niet onthullen want dan wordt de tent overlopen, die me nauwkeurige instructies geeft over waar te scheren en waar niet. Daarnaast heeft hij een klassieke lijn voor de verzorging van de baard, fan-tas-ti-sche producten voor een heel schappelijke prijs.  De voorraad is beperkt en ik kan me niet permitteren zelf zonder te komen zitten dus ook dit kan ik helaas niet op mijn insta posten. 

Maar ik dwaal af. Dit voorjaar maakte ik een reis naar Schotland, Men In Scotland genaamd, waarbij ik drie makkers op sleeptouw nam om de mooiste aller landen - of toch zeker bijna - aan hen te presenteren. Nou, dat is gelukt - zie de foto's die ik vanochtend op Facebook gepost heb. Mijn Insta ligt er even uit. Te meer omdat ik er helemaal niks mee doe. 

Ik post die Schotse foto's van hier uit. Hier, is een prachtig boven de stad verheven camperplaats, uitkijkend op het kolossale stadion van de lokale Atletico en het lokale Guggenheim, waar veel werk van Jeff Koontz te zien is. U raadt het al: we zijn in Bilbao! En hoe kom je dan in Bilbao, Jos? , vragen jullie, je adem inhoudend...

Nou gewoon, via Engeland, logisch toch? Afgelopen vrijdag reden we naar Duinkerke, met de ferry naar Dover. Twee nachten in het groene hart van Engeland doorgebracht, op weg naar Portsmouth - alwaar zondagavond op de ferry naar Bilbao. Zesendertig uur varen later in Baskenland ontscheept en voilà, hier zijn we dan. Vandaag al rondgewandeld in de oude binnenstad, morgen het Guggenheim - ons tweede Guggenheim, New York deden we in 2016 (gaap). En dan gaan we lós. Op naar Parque Natural de Somiedo en dan via Parque Regional Montana de Riano y Mampodre naar Parque Nacional Los Picos De Europa. Gevolgd door Parque Natural Montana Palentino. En dan hebben we er duizend kilometer Baskenland, Asturië en Cantabrië opzitten. Misschien een klein hoekje Castilië e Leon.  En dan mogen we nog door de Pyreneeën naar Andorra, vanwaar we met enige weerzin schoorvoetend de weg naar het noorden zullen nemen om uiteindelijk maar weer thuis te arriveren. 


Ik zal mijn best doen om jullie met beeld en tekst op de hoogte te houden van al onze wederwaardigheden en schitterende vergezichten. Ik beloof evenwel niets; mijn stemming en motivatie om me op foto's en blog te storten zijn nogal onderhevig aan wisselende weersomstandigheden, in de vorm van buien van neerslachtigheid, onweersbuien en hittegolven.

Tot snel. IJs en weder en zo.