vrijdag 16 september 2016

Op een mooie Pinksterdag

Er is zelden een moment in het leven waarop je denkt: "Dát was génánt! En állemaal míjn schuld! Kom, ik schrijf er een blog over!"
Dat is dan ook de reden dat ik nu pas,  met de nodige terughoudendheid, een poging doe om mijn grootste blunder van de afgelopen twintig jaar - ja heus - met jullie te gaan delen.
Ik zou het graag doodzwijgen. Als ik een manier zag om dat voor elkaar te krijgen zou ik daar dan ook zeker gebruik van maken. Essentieel echter, wanneer je besluit een poging te doen tot herschrijven van de geschiedenis, is de aanwezigheid van getuigen. Daar ik niet van plan ben om mijn eigen gezin te decimeren kom ik er dus niet onderuit om jullie een in ieder geval tenminste dééls correcte versie van dit onaangename, uiterst pijnlijke verhaal voor te schotelen.

Vanzelfsprekend is al dit wollige geneuzel bedoeld om zoveel mogelijk van mijn lezers te vervelen, zodat ze afhaken en filmpjes van schattige katten op Facebook gaan bekijken. Dat draagt dan weer bij aan de relativering van mijn gepruts; als er steeds meer mensen afzien van lezing van het onderstaande, hoef ik aan steeds minder mensen uit te leggen wat me in godsnaam bezield heeft.

Nog even geduld. Doorzetten blijkt, beloof ik bij deze, de moeite waard. Mijn laatste verslag komt uit Bovec, Slovenië. Zondag 14 augustus, goeie ouwe tijd, toen vader nog een held was en altijd gelijk had.

Vader was een mooie held
Vader was de baas
Vader was een duidelijke mengeling van onze lieve Heer en Sinterklaas 

Vanuit Bovec - de braafste van alle spannende toeristenvakantie-bestemmingen - zijn we door de Dolomieten gereisd. Nou kan ik van alles verzinnen, poëtische beschrijvingen geven, foto's delen en zo maar daarmee doe ik de Dolomieten te kort. Ga daar naar toe. De bergen zien er uit alsof het opgestoken middelvingers zijn. Het weer was verpletterend mooi. Dat droeg bij aan de impact van de omgeving. God wist wellicht niet altijd wat Hij deed maar toen hij zat te kleien in Noord-Oost Italië had Hij een goede dag. De Dolomieten - gaat dat zien. Nondeju. 
We hebben overnacht aan een obscuur stuwmeer - Lago (di?) Sauris. Op de kaart uitgezocht. Route er naar toe gekenmerkt door bespottelijk smalle tunnels en dito scherpe bochten. Resultaat: geen toerist te bekennen, de smalle parkeerstrook met fabuleus uitzicht voor ons alleen, superfoto's en één van de mooiste wilde camperplaatsen ooit. 

Daarna- nog wat nazinderend van de fantastische beelden van de Dolomieten - hebben we overnacht op een doodgewone heuvellandcamping. Nauwelijks noemenswaardig, ware het niet dat we er een Nederlandse die-hard fietser het leven gered hebben door hem een fatsoenlijke maaltijd voor te zetten. Was gezellig. Hij is bewaker in een gevangenis in het Noorden van Limburg en heet Michel Vosbeek. En de bosboer die me een flink bord lokaal geplukte wilde paddestoelen voor in de risotto cadeau deed mag evenmin onvermeld blijven.

Daags erna hebben we de nettowinst van de gratis plek bij Lago Sauris er onmiddellijk doorgejaagd. Een - zeker heel mooie en vast hooggeëerde - camping vlakbij Innsbruck was het doel. Na de gebruikelijke formaliteiten bij de meertalige receptie -wat altijd een alarmsignaal is - kregen we een peperduur uitziende map met plattegrond, activiteitenoverzicht, weersvoorspelling en voordeelbonnen. Dat is géén best teken. Te meer daar de map in het Nederlands was. Zonder spel- stijl- of taalfouten. Kortom, 70 euro per nacht. Om te piesen, beetje stroom, wachtrijen voor de douche en o-ver-al Nederland sprekende mannen, vrouwen en kinderen. Ware het de Titanic, ik was aan boord gebleven.
Naast ons stond een verhuurtent. Voor die tent een krijtbord: "Welkom, Familie Megens uit Boxtel"(écht).
Terwijl ik op zoek was naar een pistool - ik was immers al in de hel - kwam de lokale pendelbus naar Innsbruck voorbij. Vooruit dan maar, je vergalt zo'n reis ook maar met suïcidaal geklooi - dan maar naar de stad.

Jullie zitten nog steeds te wachten op de échte ellende. Jaja, die komt er héus wel aan. Beetje respect; ik schrijf niet alléén maar voor het entertainmentgehalte voor mijn 174 volgers maar ook om een verantwoorde familiekroniek bij te houden.

De middag in Innsbruck was aangenaam. Het weer was geweldig. De stad gezellig; ik was er eerder maar herinner me niet dat er iets bijzonders was. Nu wel. De Altstadt was sfeervol; veel toeristen (net als wij, niet Roomser dan de Paus), gemoedelijk, leuke winkels, terrassen en kroegjes.

Op weg terug naar de bus zagen de dochters een groepje jongedames met papieren winkeltassen. Een grote mate van agitatie was het gevolg. Wat bleek?
In een lusteloos en lelijk winkelcentrum aan de achterkant van het station van Innsbruck is onlangs de eerste Oostenrijkse vestiging van de modeplaag Primark neergestreken. Gelukkig was er een koffiebar (niks koffie, halve liter troostsap) naast die ellende. De koffiebar had comfortabele stoelen en snel Wifi. Een deel van deze tekst is daar aan mijn brein ontsproten. Bram naast mijn stoel. Het arme beest is ondertussen omgerekend zo'n 98 jaar oud (14×7) en zo oud voel ik me soms ook. Vooral als ik naast de Primark op mijn gezin zit te wachten, nog onzeker over de schade die met een creditcard aangericht kan en zal worden. We - Bram en ik -  zaten elkaar dan ook zwijgend en vol broederlijk begrip aan te kijken. Ik boven mijn bier en hij boven zijn waterbak.  Peinzend over het leven.

Morgen kan ze zwanger zijn
Kan ook nog vandaag 
Het kan van de behanger zijn
Of van een lange zanger zijn
Of iemand uit Den Haag

Na Innsbruck hebben we op de weg naar huis nog even in Frankrijk, op een camperplaats in de Elzas overnacht. Terloops stevig herrie staan maken met een stuk banlieu-tuig - niet ouder dan 21 jaar  - uit Parijs, die samen met zijn zwangere vriendin de ene na de andere sigaret rokend en beide met een fles goedkope rosé aan het hoofd, in een gewone auto een enorme ruime camperplaats bezet hield. Op mijn verzoek om een beetje plaats te maken kreeg ik nogal wat Franstalige bagger naar mijn hoofd. Moe en geïrriteerd, boos terugscheldend, uiteindelijk de brui er aan gegeven en vol wraakgedachten maar scheef op een te klein plekje overnacht.

Nou, vooruit dan maar, daar gaan we.

Op naar huis! Nog maar 350 kilometer, uurtje of vier, vijf rijden. Vroeg weg, het Frans gespuis hun roes laten uitslapen - korte fantasie over het leeggooien van het WC-tje over hun auto - en en route. Nog even bij de hypermarché, lekkere dingen inslaan. Vol blikken, flessen en potten - au revoir.
Terug Duitsland in, tuffend over de autobahn, goedgemutst - moe maar tevreden. Uitkijkend naar rustige middag thuis, langzaam op het gemak de camper uitruimen, undsoweiter, undsofort.

Mooi niet. Een BMW-Polizei-Motorrad op een verdrijvingsvlak stond op zijn gemak file te veroorzaken. Beetje schamper mopperend over onze vrienden van de Autobahn-Polizei tuften we verder. Eventjes. Toen moeste we achter cette motorrad aan een parkeerplaats op; routine controle. Banden, papieren, gordels; allemaal in orde. Even wegen nog. Oeps. Ik weet al sinds jaar en dag dat we te zwaar zijn- de camper is leeg al bijna zijn wettellijk maximum-gewicht; laat staan met passagiers, bagage, water, boot, buitenmeubilair, volle tank diesel - want nét goedkoop in La France getankt. 
Dus. 650 (!) kilo te zwaar. Voordat de moraalridders onder jullie nu los gaan; het gaat om het wettelijk, niet om het technisch maximumgewicht. Chassis, assen en banden zijn in staat tot 5 ton te dragen, dus link is het niet maar belastingtechnisch en rijbewijstechnisch mag het niet. Meer dan 3,5 ton: opwaarderen bij RDW, hoop meer belasting betalen, payage wordt 2 keer zo duur, verzekering wordt duurder en o ja, even rijbewijs C halen - nog eens 2000 euro aftikken.
Dus rijden er in heel Europa duizenden campers zoals wij rond; veilig maar zwaar. En dat mag niet. En daarom zijn er soms routine-controles. Waarbij gewogen wordt. En streng gekeken. Waarna je moet lossen (water vooral) en gewicht herverdelen; de vooras was lang niet maximaal belast dus zware dingen voorin, op de passagiersstoel. Stik, nog steeds te zwaar. 

Zware rommel moet eruit; de boodschappen dus. De net aangeschafte blikken, potten, flessen en zakken met fnalles werden aan een sympathiek Hollands stel overgedragen, die het wel in hun Volvo een paar haltes mee wilden nemen. Nog te zwaar; tafeltje en boot eruit en de politiemevrouw kneep een oogje dicht en stuurde 2 mensen plassen bij het wegen. Ruim 3850 kilo; 10% overschrijding, vooruit dan maar, waarschuwingsbekeuring van 35 euro en nooit meer doen - knipoog van de agente als toetje.

We komen nu zo langzamerhand bij mijn tijdelijke vlaag van verstandsverbijstering. Na dit hele gedoe konden we dus weg; de gedumpte tafel en boot stonden treurig bij de prullenbak naast de camper te wachten op de vuilnisdienst of een nieuwe eigenaar. Nog even lunchen voor we verder gaan. 

En toen besloot ik om van een wat vervelend oponthoud een drama in vier bedrijven te maken. Ik startte de camper, keek om me heen, zag geen juut en riep baldadig tegen de dames achterin: "Pak gauw de boot en de tafel, dan gaan we er van door!" En zo geschiedde.
Bad, báááád idea. Tante Juut zag het tóch, hield ons staande en er was geen sprake meer van knipogen, mevroj was not amused. Nicht amusiert. 
Kordaat, vastberaden en stellig werd mij medegedeeld dat ik nú geen clementie meer hoefde te verwachten: 3500 kilogramm. Und kein Gramm mehr. 
Ik kan hier uren over praten - zo lang duurde het ook - maar bottom line: Liel en kids met taxi "naar het station" (de volgende parkeerplaats) en ik moest zó lang spullen uit de camper slopen dat hij uiteindelijk leek op een Canadese houthakkershut - volledig uitgekleed. Op een hete parkeerplaats in Duitsland. 250 kilometer van huis. 
De uit de camper gesloopte spullen konden bij een Nederlandse vrachtwagenchauffeur in de (koel!)trailer. Samen met een ander Nederlands gezin, met een veel te zware (en wel heel gevaarlijke dus) caravan, geregeld. 
Okee, het is inmiddels fünf uhr. De juten beginnen te vertrekken; ik weeg minder dan 3500 kilo; mijn camperinhoud, inclusief reservewiel en alle kussens, is in een koeltruck op weg naar Helmond, Nederland; de boodschappen zijn al lang aangekomen in Hardinxveld-Giessendam. Ik mag weg. Dus ik rijd naar de volgende stopplaats, alwaar mijn gezin zit te wachten tot pappa het geregeld heeft. Instappen, wegwezen.
Mooi niet. Opnieuw juut, opnieuw preek, dat was de afspraak niet. Verbod om door te rijden, paspoort inleveren. Uiteindelijk veel over en weer overleg - het werd een beetje pesterig, dat gezeur van de juut; Tante Polizei nam het allemaal wel érg persoonlijk op. Ik spreek prima Duits en heb mijn mening over dat gepest dan ook omstandig en nogal boos staan uitleggen. Sommige agenten waren het ook wel er mee eens, Wenn es Genügt, Genügt ess - en dus mocht Liel met Emma in de camper dóór; ik moest met Totte  en een bult bagage achterblijven en opgehaald worden. Matilde stapte daarom dus in de auto in Sittard, op weg naar mijn Tankstelle. 

En toen moest de wet van Murphy nog toeslaan. 

Herinnert u zich de terloopse opmerking over de inhoud van de koeltruck? Staat u het woord "Reservewiel" nog enigszins voor de geest? Dus kreeg Lilian, voorbij Aken, in het zicht van de finish, een kapotte rechtervoorband. Het loopvlak liet los, zoals dat wel eens gebeurd bij vrachtwagenbanden, en richtte nogal wat schade aan. Liel was met geklapper en gedoe voorzichtig dóórgereden - nooit verstandig, maar volstrekt begrijpelijk als je weet dat je geen reservewiel meer bij je hebt.

Deze dag heeft wel het bestaansrecht van de mobiele telefoon in één klap op de kaart gezet. Door de communicatie met caravangezin wist ik waar mijn spullen in de koelvrachtwagen naar toe gingen; het aardige stel uit H-G nam onze boodschappen dan maar mee naar huis; Matilde kreeg route-instructies; Lilian coaching over wegslepen en afspraken met de lokale Mercedesdealer - en kon me later laten weten waar we haar op konden halen, toen Matilde Totte en mij opgepikt had. Snapt u het nog?

Het was 23 uur 55 toen we met zijn allen thuis binnenvielen; met onze huisraad en camper verspreid over 4 lokaties (thuis: personen  en deel van de bagage, boodschappen in de garage in hardinxveldgiesendam,kussens en reservewiel gekoeld in Helmond en de camper - met de rest van de bagage-  in Eschweiler).

Inmiddels is alles weer op zijn plek. Spullen thuis, met dank aan Arend! Camper in de stalling - weer compleet. Boodschappen opgehaald - met dank aan Matilde. En een grote deuk in mijn ego.

Vader is een hypocriet
Vader is een lul
Vader is er enkel en alleen maar voor de centen
En de rest is flauwekul
Ik wou dat ik nog 1 keer met mijn dochter aan het handje lopen kon
op een mooie Pinksterdag, samen in de zon


Tot volgend jaar